De krijgsraad keurde het plan met eenparigheid van stemmen goed, waarop het aan Marlborough werd voorgelegd. Deze bleef 'onveranderlick bij sijn sentiment, ook tegenover een volgende de putatie, waarbij alle gedeputeerden aanwezig waren. Het enige waar toe hij zich liet vinden was, dat de kwartiermeesters-generaal Cado- gan en Ivoy het vak Corbeek-Neerijssche nogmaals zouden ver kennen. Deze kwamen omstreeks 7 uur 's avonds terug met de be vinding, dat er 'geen difficulteyten' waren om de overgang ten uit voer te brengen. Intussen had Marlborough reeds alle bevelen gegeven voor de aanval op het riviervak Corbeek-Neerijssche; omstreeks vijf uur hadden de voor de brugslag aangewezen troepen het kamp verlaten. De gedeputeerden brachten 'pour acquit de conscience' het dessein, waaraan niets te veranderen viel, opnieuw in omvraag. Onder pro test, 'dat men de generaals van deze armée haer sentimenten in geen consideratie nam'en uit overweging, dat zij de schuld zouden krijgen indien het leger nog langer werkeloos bleef, legden de generaals zich bij het onvermijdelijke neer, 'maer ick', zegt Slangenburg, 'had bij mijn vorige santementen gepersisteert, en gerefuseert anders te adviseren, maer dat willigh en bereyt was, alles wat men onder nam te helpen volgens plight te executeren'. De genoemde voortroepen bestonden uit 12 bataljons en 11 eskadrons uit het leger van Marlborough onder de luit.-generaal Oxenstiernde generaal-majoor Wilckes en de brigadier Fer guson 6 bataljons en 9 eskadrons uit het leger van Ouwerkerk onder de luit.-generaal Heukelom, de generaal-majoor Vilatte en de brigadier Ammama de cavalerie stond onder bevel van de hertog van Wurtemberg-Oels. Beide detachementen verenigden zich bij de linkervleugel van het kamp; hier nam Heukelom als oudste luit.-generaal het bevel op zich en verdeelde de troep in twee gelijke delen, elk dus van 9 bataljons en 10 eskadrons. Hij zelf zou de overgang bewerkstelligen bij Neerijssche, Oxenstiern bij Corbeek. Twintig pontons, enige veldartillerie, twee houwitsers en wagens met kruit en lood voor de infanterie werden medegevoerd x). De artillerie en pontons stonden bij het Hollandse detachement onder bevel van de luit.-kolonel IJssel, bij dat van Oxenstiern onder de brigadier Blood. Omstreeks 10 uur des avonds bereikten beide detachementen de Dyle, in de vroege morgen van de 30e werden de brugslag en de overtocht voorspoedig volbracht, nadat de vijandelijke posten welke h Slangenburg aan Slingelandt, leger te Bossu, 6 Augustus (Arch. Slingelandt 128). 603

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 637