de rivier bewaakten werden verdreven. Blood liet twee bruggen
leggen een weinig Zuidelijk van Corbeek: hierover trokken n
compagnieën grenadiers onder de kolonel Godfrey, die in het lage
land aan de overzijde stelling namen in een zeer gunstige positie,
achter heggen en sloten, en waar ruimte was voor het opnemen van
verdere troepen. Geschut, aan de eigen zijde der rivier op een hoogte
in stelling gebracht, beschermde de overgang en het bruggehoofd.
Nog voorspoediger was de colonne van Heukelom. Hier werden
drie bruggen gelegd. Een joo-tal grenadiers vormden de voorhoede
onder de kolonel De Rolly, gevolgd door het bataljon gardes onder
de kolonel Stein Callenfels en door het regiment van Slan
genburg onder diens luitenant-kolonel Van Steenbergen tot
Nyenbeek. Onder het terugdrijven der Franse voorposten werd niet
alleen de Dyle maar ook de IJssche overschreden, en de troepen
nestelden zich stevig in het dorp Neerijssche met de aangrenzende
heggen, holle wegen en défilé'sEen aanval van twee vijandelijke
bataljons en van een regiment dragonders werd zonder veel moeite
afgeslagen. Ook de zeven andere bataljons van Heukelom voegden
zich bij de reeds genoemde, zodat ook hier een stevig bruggehoofd
was gevormd.
Inmiddels waren omstreeks middernacht ook de hoofdmachten
der twee legers op mars gegaan. Dat van Ouwerkerk was tijdig
genoeg aan de Dyle om onmiddellijk na het detachement van
Heukelom over de bruggen te gaan; Slangenburg en Salisch elk
aan het hoofd ener linie infanterie. Een aantal zesponders werd nog
in batterij gebracht, welke krachtig meehielpen om de Franse aanval
op Heukeloms troepen af te slaan.
Het leger van Marlborough kwam een paar uur later ter plaatse,
hetzij doordat het, zoals wij bij Churchill lezen, in de duisternis de
weg was kwijt geraakt, hetzij omdat het, volgens hetgeen een Engels
officier mededeelt, in plaats van om half elf, zoals de orders luidden,
pas een uur na middernacht was afgemarcheerd. Sommigen schreven,
volgens deze zegsman, hieraan het mislukken van de onderneming
toe, hoewel anderen van mening waren dat, indien men ook de
negen bataljons van Oxenstiern over de Dyle had doen gaan, dit
voldoende zou zijn geweest om de vijand tot de aankomst van het
leger op te houden. Hoe het zij, Blood, die met zijn grenadiers,
krachtig gesteund door het geschut, reeds een herhaalde aanval van
een tweetal vijandelijke bataljons had afgeslagen, ontving geen ver
sterking; op zijn dringende aanvraag ontving hij ten antwoord, dat
Oxenstiern 'andere orders' had, en geen troepen meer konden
worden gezonden.
604