Het rapport van de luit.-kolonel Naudin, die in opdracht van de opperbevelhebber een speciale verkenning van de stellingen van de IJssche en de Lasne had verricht, laat dienaangaande geen twijfel. In de IJssche stond slechts weinig water, doch zij had op vele plaat sen steile kanten, die brugmateriaal vereisten, en moerassige oevers. Tussen de IJssche en de hoogvlakte ten Noorden ervan bevond zich een zone geaccidenteerd terrein met vele heggen, welke zich goed voor de verdediging leenden. Tussen Huidenburg en Lombeek ver schafte een holle weg een goede opstelling voor infanterie. De af daling naar de beek was op sommige plaatsen steil en moeilijk. Uit de aard der zaak was echter de toestand niet op alle gedeelten der stelling gelijk Een gedetailleerde tekening van de stelling bevindt zich in de collectie Bodel Nijenhuis (LIniv. Bibl. Leiden), met uitvoerige explicatie en aanduiding van de (volgens de vervaardiger) zwakke punten der stelling, en van de wederzijdse opstellingen. Kennelijk heeft hier echter de bedoeling voorgezeten, de toestand zo gunstig mogelijk voor de aanvaller voor te stellen. Een tweede, kleinere plaat in de zelfde collectie heeft de tegengestelde strekking, en accentueert de sterke Franse bezetting van de heggen. Reeds in de avond van de i je was de luit.-generaal Grimaldi tot beveiliging van Brussel derwaarts gezonden met 9 bataljons en 12 eskadrons; de 16e werd hij nog met 9 bataljons versterkt. Hij posteerde zich bij Niverdoys. De ons reeds bekende partijganger 'Jacob dit Pasteur' (feitelijk moet het zijn 'Jacques Pastur dit Jaco') bezette met 6 eskadrons dragonders bij Waterloo de grote weg, die van Genappe naar Brussel voerde. Drie bataljons en 3 eskadrons bleven in Leuven, met opdracht om voortdurend te verkennen met het oog op het eventueel afzenden van troepen uit het geallieer de leger naar de Demer. Overigens verkeerde men aan Franse zijde nog steeds in onzeker heid aangaande 's vijands voornemen. Marlborough's plan was, de Fransen de 18e in hun stelling aan de IJssche aan te grijpen. Terwijl het gros des legers in front zou aanvallen, zou het detachement van Churchill 's vijands rechter vleugel omtrekken door het Soniënbos om vervolgens, uit het bos deboucherende, zich op Villeroy's rechterflank te werpen 2). Als inleiding tot deze beweging, tevens als demonstratie tegen Brussel, kan men beschouwen, dat nog in de namiddag van de 17e een detachement onder de luit.-generaal Dompre, de generaal-majoor van der Leck en de brigadier van Wassenaar door Ouwerkerk X) Pelet V-67 het rapport van Naudin aid. p. £86 vlg. 2) Voor de samenstelling van het detachement van Churchill: Lamberty XIV-24, 2£. 620

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 656