stander, die meester was van de linker Rijnoever zou men moeilijk kunnen beletten, versterking en krijgsbehoeften van allerlei aard in de stad te brengendat zulks een enorme verzwaring van het beleg betekende is gemakkelijk in te zien. Alles was er dan ook aan gelegen, de Fransen te beletten, met een leger naar de Rijn op te rukken en het enige middel hiertoe bestond in een offensief optreden, z.g. diversie, van de korpsen van Athlone en Coehoorn, met het doel zoveel mogelijk Franse strijdkrachten vast te houden. Aldus was dan ook reeds geruime tijd te voren overeengekomen. Wij zullen echter nog zien hoe het met deze diversies gegaan is. Flet schijnt zonderling, een oorlog, die de verovering der Zuide lijke Nederlanden tot einddoel heeft, te beginnen met het beleg van een stad aan de allerbuitenste omtrek van het omstreden gebied en geenszins op de kortste weg naar het hart van 's vijands land gelegen. Was het geen betere strategie geweest, mag men vragen, een zo sterk mogelijk leger in Noord-Brabant te verzamelen, en, gelijk in de Tiendaagse veldtocht geschied is, de vijandelijke hoofd macht op te zoeken en slag te leveren? Eén der Nederlandse gene raals althans heeft deze handelwijze voorgestaan en nog wel een, wiens loopbaan culmineerde in vestingbouw en belegeringskunst, namelijk Menno van Coehoorn. Reeds toen de prins in de zomer van het vorige jaar voor het laatst in ons land was, had hij bij deze in Den Haag zijn standpunt bepleit, en nogmaals, jegens Albemarle, toen deze in Februari en Maart in Den Haag vertoefde om namens de koning de definitieve richtlijnen voor de a.s. veldtocht vast te stellen. Coehoorns mening was: 'q'il falloit assembier la meil- leure partie des troupes, et les plus grandes forces entre le pays de Waes et la Meuse, et d'aller droit aux ennemis, avant que leurs forces furent ensemble, et q'ils eurent le tems de le reconnoitre; de les livrer bataille et de les battre, comme il seroit fort faisable, par ou on auroit les mains libres de leur rafler une bonne partie des places du Braband et de la Gueldre Espagnolle'. Achtte men de vijand hiertoe te sterk, dan was hij bereid door een krachtige diversie in Vlaanderen 's vijands hoofdmacht dermate te verzwakken dat men hem gemakkelijk zou kunnen verslaan, of althans dwingen, de Maas- en Rijnstreek te ontruimen, waardoor zich de mogelijk heid opende, de Maassteden en uiteindelijk ook Keizersweert te vermeesteren. De diversie moest volgens hem bestaan in een beleg van Oostende. Bij de besprekingen, die in Maart in Den Haag ge voerd werden, was Coehoorn, die men als een lastig opposant kende, niet uitgenodigd; hij kwam echter op eigen gezag uit Vlaan- 44

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 66