rapport was echter niet meer actueel. De tenten werden opgeslagen, wachten uitgezet en gekampeerd in het gezicht der vijandelijke stelling. De volgende dag werd over geen aanval meer gesproken. Pioniers werden gecommandeerd tot het maken van ouvertures naar- en bruggen over de Lasne. Des namiddags werd de overtocht, nadat bagage en artillerie vooruit waren gezonden, zonder stoornis vol bracht. Des avonds werd gekampeerd bij Basse Wavre, met de linker vleugel bij Limal, de rechter naar de kant van Laurensart. Enige dagen genoten de troepen hier rust na de voorafgegane zware mar sen x). Hiermee was de laatste poging tot het forceren van de Dyle- stelling mislukt, hoewel het aanvalsplan ongetwijfeld goed was op gezet. Vooral het detachement van Churchill verdient hierbij de aandacht, als een poging, om aan de nadelen van een frontale aanval, inhaerent aan de toenmalige lineaire slagorde, te ontkomen door het inzetten van een gedetacheerd korps tot omtrekking en flank- aanval. Feitelijk betrad Marlborough hiermee nieuwe banen in de krijgskunst. Wij zagen ook dat de mars van dit korps tevens een bedreiging vormde voor Brussel, zodoende de vijand tot verdeling van krachten dwong en hem voor een uiterst moeilijk probleem plaatste. De voornaamste oorzaak der mislukking is o.i. gelegen in het feit dat dit detachement in het Soniënbos is vastgelopen en het grote tijdverlies, door de terugkeer veroorzaakt. Of een aanval tegen de avond nog geslaagd zou zijn is moeilijk uit te maken, doch schijnt, alles te samen genomen, op zijn minst twijfelachtig, ook al brengen wij in rekening, dat Slangenburg en de Staatse generaals bij hun afwijzende houding ongetwijfeld beïnvloed zijn door de ver bitterde stemming waarin zij verkeerden, die op haar beurt weer een gevolg was van de resolutie der Staten welke Hompesch had meegebracht. De strijd der meningen hield nog geruime tijd aanbeide partijen brachten argumenten voor hun zienswijze te berde. Volgens Marl borough bevestigden de krijgsgevangenen en deserteurs dat de 1) Voor de gebeurtenissen op 18 Augustus: Brieven van de gedeputeerden, Ouwerkerk en Salisch a. d. St.Gl 19 Augustus o.a. in Europ. Mere. 145 vlg.Schagen aan Heinsius 19 Augustus (Heins. arch. 1036) zie Bijlage 51 Marlborough a. d. St.Gl 19 Augustus, en bulletin van 19 Augustus bij Murray II-223 Slangenburg aan Fagel 27 Augustuscollectie Slingelandt nr 128, in 't Frans bij Lam- berty III-285-289 brieven van Marlborough aan Heinsius en Slingelandt bij V. 't Hoff nrs 324 vlg.; voorts een drietal anonieme verhalen, nl. resp. in de collectie Slingelandt nr 128, in Heins. arch. 1036 en, bij Lamberty XIV-24-26, de laatste ten dele overgenomen in Europ. Mere. 142-144. Van Franse zijde de brieven, op pag. 622 noot 1De gangbare Engelse lezing in Churchill I Hs. 26: 'The unfought Waterloo'. Van belang zijn de beschouwingen van Knoop, Nieuwe Spectator 1866, p. 4°9' 416 en 459-489. Hierin een meesterlijke ontleding van Slangenburg's brief van 27 Augustus; zijn slotsom is dat 'allen ongelijk hebben'. 626

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 664