Je parlerai aujourd'huy a MM. les Deputes et a M. d'Auverquer- que, afin qu'ils donnent les ordres pour l'attaque de Leau, et pour continuer en même temps la demolition des lignes. P.S. J'ai le coeur si plein que je ne saurais m'empêcher de re- présenter a cette occasion a vos H.P. que je me trouve ici avec beaucoup moins d'autorité que quand j avais 1 honneur de com mander leurs troupes l'année passée en Allemagne'. Laat Marlborough zich hier, zoals men ziet, in voorzichtige ter men uit ('on n'a pas jugé a propos de pousser l'affaire'), in het bulletin, voor publicatie in Engeland bestemd, noemt hij man en paard: but the Deputies of the States, having consulted with their other generals, would not give their consent, so that the pro posed attack was countermanded,' en hetzelfde geschiedt in een ganse reeks van brieven aan vreemde staatshoofden en ministers. De aan de Staten gerichte brief werd al spoedig, zelfs nog vóór zij in de vergadering der Staten was gelezen, gedrukt en in groten getale verspreid, ook in het leger. Niet ten onrechte waren de Staten deswege ontsticht. Zij ontboden de drukker, en vroegen van wie hij de copie had ontvangen, waarop het antwoord luidde: van lieden van het Engelse gezantschap. Inderdaad had Stanhope, de Britse gezant, de brief laten drukken. Marlborough schrijft nl. g September aan hem 'I entirely approve of your printing my letter, and of the answer you have given to the Pensioner' x). Nu de zaak eenmaal voor het forum der publieke opinie was ge bracht verschenen van andere zijde, hoewel min of meer clandestien en buiten Holland (Lamberty zegt: 'dans une des Provinces') ook de brieven van de gedeputeerden, van Ouwerkerk en Salisch in druk, waaruit men kon opmaken dat de overwinning heel wat minder zeker geweest zou zijn dan Marlborough het doet voorkomen. Inmiddels had ook Slangenburg op verzoek of althans met in stemming van de Staatse generaals naar de pen gegrepen. Van 27 Augustus dagtekent een uitvoerig schrijven aan de griffier Fagel, dat een complete acte van beschuldiging inhoudt tegen het beleid van de opperbevelhebber. Op hartstochtelijke, bittere toon doet hij het relaas van de affaire van 18 Augustus en van de gehouden krijgsraad, waarvan de korte inhoud is, dat toen deze werd gehouden, er reeds geen sprake meer was van een aanval en dat het bijeenroepen ervan slechts diende om de verantwoordelijkheid op de generaals af te wentelen. Weliswaar verliest hij hierbij uit het oog, dat het de gedeputeerden waren die de krijgsraad deden bijeenkomen en, zelfs Murray II-2 55. 628

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 666