de Oostzijde, ter weerszijden van de weg naar St Truyen, een droog-
blijvende strook over. Hier werden dan ook, nadat de stad de 30e
Augustus aan de Oostkant was ingesloten, de 2e September de
loopgraven geopend, en een aanvang gemaakt met de bouw van
batterijen. De 3e arriveerde het geschut; des avonds van die dag
verzocht de gouverneur reeds te capituleren, waarop hem werd
medegedeeld dat geen andere capitulatie dan op de voet van krijgs
gevangenschap zou worden toegestaan, en indien hij te lang wachtte
slechts op 'discretie'. De 4e was het geschut in batterij gebracht.
Drie kanonbatterijen van resp. 12 en 8 halve kartouwen en 10
zesponders, en twee 'ketels' voor resp. 6 en 4 mortieren waren ge
reed om de £e het vuur te openen, zowel tegen de stad als tegen het
kasteel. De gouverneur, de brigadier Dumont, verkoos een tijdige
capitulatie, liet om één uur in de morgen van de ^e de chamade
slaan en bood aan, zich met de ongeveer 400 man sterke bezetting
krijgsgevangen te geven, hetgeen werd toegestaan. De officieren
mochten hun zijdgeweer behouden. Hoewel het geschut dus niet in
actie had behoeven te komen, had het beleg nog een dertigtal ge
wonden gekost x).
De vraag was nu, wat verder zou worden ondernomen. Om tege
moet te komen aan de vurige wens der Staten, hadden de gedepu
teerden, laatstelijk de 31e Augustus, beloofd, dat binnenkort een
project zou worden ingezonden om 'noch ijtwes te ondernemen'
en waaraan momenteel nog door de generaals werd gewerkt. De
Staten betoonden zich content met deze belofte, en spoorden
slechts de gedeputeerden aan, alles in het werk te stellen, wat de
eendracht tussen de generaals kon bevorderende veelbesproken
eendracht, die volgens Marlborough alles, volgens Slangenburg
niets te wensen overliet.
Op 7 September nu ontvingen de Staten inderdaad een project
het was de 4e uit het leger te Thienen verzonden. Tot hun teleur
stelling echter hield het niets in omtrent een nieuwe operatie, doch
Memorie betreffende het beleg van Leeuw, bij Murray II-241Ouwerkerk a. d. St.Gl 3,
J September (St.Gl je lias lopende 1703-). Europ. Mere. 191-193. Plan bij Rousset p. 140. Een
authentieke plattegrond in de collectie Bodel Nijenhuis te Leiden. De opsomming der gemaakte
oorlogsbuit in de Europ. Mere, schijnt sterk overdreven te zijn. Volgens het verbaal der gedepu
teerden te velde (St.Gl 8221) bedroeg zij, wat de artillerie aangaat:
2 metalen stukken van 12 pond.
7 metalen stukken van pond.
2 metalen mortieren van 40 pond.
S ijzeren kanonnen van 12 pond.
1 ijzeren kanon van 6 pond.
1 ijzeren kanon van 4 pond.
30s snaphanen.
33 musketten.
639