kon forceren. Blijkens een brief van de gedeputeerde Schagen hoopte men, dat de vijand, indien hij, gelijk te verwachten was, de geallieerden tijdens hun mars langs de linies zou 'cotoyeren', bij het overgaan van de Demer of de Nethe zijn leger zou moeten splitsen en dat op die wijze een gelegenheid zou ontstaan om een aanval te beproeven x). Enige dagen bleef men nog in het kamp van Thienen om deze plaats, gelijk Marlborough had voorgesteld, te ontmantelen, waarbij de palissaden naar Leeuw werden overgebracht; dan ging het 18 September in Noordelijke richting tot een kamp werd be trokken bij Diest en Scherpenheuvel. De 19e werd boven Aerschot de Demer gepasseerd, en kwam de rechtervleugel bij Westmeer beek, de linker bij Aerschot; bij deze plaatsen werden bruggen over de Nethe en de Demer geslagen, teneinde, even als bij de Mehaigne was geschied, snel naar eventueel niet- of zwak bezette gedeelten der linies te kunnen oprukken. Villeroy gaf op deze beweging het logisch antwoord, en plaatste zijn leger achter de nieuwe linie van Werchter tot Boesschot. Gedurende 9 dagen houden de bondgenoten zich onledig met het slechten van de wallen van Aerschot en van de linies ten Noorden dier stad. De 21e had Marlborough te Turnhout het onderhoud met Buys, dat in het vorige hoofdstuk ter sprake kwam. De 28e breken zij weer op en posteren zich, volgens het twee weken tevoren opgevat plan, tussen de beide Nethe's bij Herenthals; het leger van Marlborough strekt zich uit tot bij Grobbendonk, dat van Ouwerkerk naar de zijde van Geel 2). Villeroy, die steeds verwonderlijk vlug met de bewegingen van de vijand op de hoogte was, volgt wederom dezelfde dag de ver plaatsing, en komt thans met de rechtervleugel bij Boesschot, de linker even ten Noorden van Lier. Een verzoek van Chamillart om troepen af te staan ten behoeve van Villars' operaties aan de Bovenrijn slaat hij af, wetende dat Marlborough op een gelegen heid wacht om hem in zijn linies aan te tasten. In het nieuwe kamp bereikt Marlborough het verzoek van de keizer om naar Wenen te komen om over de operaties van het volgend jaar te confereren. De bondgenoten versterken Diest, waar heen enige troepen worden gezonden, terwijl de Lransen zoveel Seer. Res. St.Gl 16 September; over het versterken der kantonnementen id. 12, 20 September; Schagen aan Heinsius 14 September (Heins. arch. 1036). Heemskerk aan Heinsius 14 September (id. 1000). Marlborough aan id. 14, 17 September (V. 't Hoff nrs 340, 342); St.Gl aan Marlborough 17 September (St.Gl 2350). 2) Europ. Mere. 249-251; Knoop, N. Speet. 1866-528. Ouwerkerk aan Heinsius 28 September (Heins. arch. 1019). 642

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 680