ëvenredigd aan de strijdkrachten, welke volgens Franse lezing waren ingezet, of althans bestemd om ingezet te worden 1). De 23e legerden de geallieerden zich bij Calmpthout en West wezel; de volgende dag werd Santvliet ingesloten. Villeroy zond, om tijd te winnen, aan de Castro, die tot taak had, de stad met een 7 a 800 man te verdedigen, order, zo lang mogelijk stand te houden intussen besloot hij, om zich voor het verlies van de vesting schade loos te stellen, een aanslag te doen op Diest. Hier hadden de geallieerden, wel wat onvoorzichtig, 4 bataljons en een regiment dragonders achtergelaten, hoewel de vestingwer ken in genen dele toereikend waren om aan een overmacht het hoofd te bieden. Commandant was de kolonel van Gaudecker. Wel werd sedert enige tijd aan de wallen gewerkt, doch bij gebrek aan gereedschap en materialen was nog weinig verricht kunnen worden. Ook bevond zich geen enkel kanon in de stad. Diverse aan vragen bij de betrokken autoriteiten waren, gelijk veelal, beant woord met de belofte, dat in alles voorzien zou worden. Onder deze omstandigheden verscheen d'Artaignan, commandant te Leuven, des morgens drie uur van de 2 je October onverwacht voor de stad, die dadelijk geheel werd ingesloten. De Franse macht bestond uit j bataljons van het garnizoen van Leuven onder d'Artaignan zelf, en 1 3 bataljons en 42 eskadrons onder Grimaldi, uit de linies van Boesschot afkomstig, benevens 17 kanonnen en 4 pontons. Om 7 uur werd de stad opgeëist, waarop Gaudecker een weige rend antwoord gaf. Bij gebrek aan geschut was niet te verhinderen, dat de Fransen hun batterijen dicht onder de wallen opstelden, en de infanterie tot stormafstand naderde. Een kleine redoute voor een der poorten werd bestormd en, hoewel met betrekkelijk zwaar verlies, genomen. Met moeite werd belet, dat de vijand gelijk met de terugtrekkende bezetting in de stad doordrong. Nadat reeds kort na de opeising de artilleriebeschieting was begonnen, was omstreeks half drie de uitwerking zodanig geworden, dat de vestingcomman dant, wilde hij een stormenderhandse inneming voorkomen, het raadzaam oordeelde, de chamade te doen slaan. Geen andere con ditie dan krijgsgevangenschap was te verkrijgen. Omtrent j uur trokken de Fransen de stad binnende bezetting werd de volgende dag naar Leuven gevoerd. Zij had 10 a 12 man verloren; de vijand volgens Franse bron 70 gedode en gewonde officieren en soldaten; volgens Nederlandse berichten ijo of 200 man. Nadat aan de 64 s Europ. Mere. 285", Pelet V-98, 99; Ouwerkerkaan Heinsius 22 October (Heins. arch. 1019); id. aanSt.Gl 22 October (6e lias lopende 1705").

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 683