burgerij gelast was, alle palissaden uit te trekken en stuk te hakken,
verlieten de Fransen de 27e de stad. Villeroy kon met de afloop
tevreden zijn x).
Het laatste bedrijf van de veldtocht kreeg nu ook weldra zijn be
slag. De 26e October werden voor Santvliet de loopgraven geopend,
op dezelfde dag waarop Marlborough het leger verliet om zijn reis
naar Wenen aan te vangen. Noyelles voerde het bevel, met ij
bataljons en 8 eskadrons. De 27e werd een overmaat van artillerie
in stelling gebracht: wij lezen zelfs van 42 kanonnen en 22 mortie
ren, meer dan in Maurits' tijd tegen de sterkste vestingen werd
aangewend. Dezelfde dag bereikten de loopgraven het glacis; de
28e was de bedekte weg in handen van de belegeraars, en begon
het bresschieten. Hiermee werd voortgegaan totdat de vijand, des
middags uur van de 29e, de chamade sloeg. Van weerskanten
werden gijzelaars gegeven, en na enig onderhandelen gaf de bezet
ting zich des avonds 11 uur krijgsgevangen. De officieren mochten
hun degens behouden, en hun bagage naar Antwerpen laten ver
voeren. Van verliezen, zowel onzerzijds als van de vijand, wordt
geen aantal genoemd; waarschijnlijk zijn zij dus onbetekenend ge
weest. Besloten werd, Santvliet te 'demoliëren', daar de vesting
werken te veel beschadigd en alle huizen afgebrand waren 2).
Wat Villeroy aangaat, deze had tijdens het beleg de linies tussen
Antwerpen en Lier bezet en zich wel gewacht, uit zijn stelling te
voorschijn te komen.
Wat er verder te doen bleef was slechts de troepen naar de winter
kwartieren te zenden. Het werd meer dan tijd, want ziekten hadden
de gelederen, naar het schijnt vooral de Engelse, sterk doen slinken.
De 4e November trok het leger van Calmpthout naar Hoog
straten. Van hier ging de Engelse artillerie die volgens Ouwer-
kerk 'niet meer voort en can'denkelijk wegens verlies van paarden,
de volgende dag naar Breda, met het nog slechts een 1 £0 man tel-
tende bataljon Engelse gardes, en twee regimenten Britse cavalerie,
die samen ook niet meer dan 1 $o ruiters uitbrachten.
De 6e werd een kamp betrokken bij Turnhout. Van hier schreef
Ouwerkerk aan de Staten-Generaal, om te zorgen dat de 'attaches'
voor de bataljons welke in de provinciën (van de Republiek) gelegerd
zouden worden, in de betrokken steden gereed lagen, of vast aan
hem zouden worden toegezonden.
646
x) Ouwerkerk a. d. St.Gl 28 October; Ged. te velde aan id. 29 October; V. Gaudecker uit Brussel
aan id. 30 October 1705; alle in St.Gl 6e lias lopende 1705. De gevangen genomen regimenten
waren die van Ammama, Elberfeld, Ripperda en het Deense regiment Prins George, benevens het
regiment Dragonders van Walef. Tot de gevangenen behoorde ook de directeur Des Rocques.
2) Noyelles a. d. St.Gl 29 October (6e lias lopende 170^); Europ. Mere. 286.