groot succes, ditmaal van blijvende aard, boekten zij echter toen de Fransen, nog in het voorjaar, het zo hardnekkig volgehouden beleg van Gibraltar moesten opbreken. Terwijl op het Iberisch Schiereiland dus feitelijk van drie ope ratietonelen sprake is, valt de veldtocht op de Portugese grenzen weer in twee delen uiteen, doordat, wegens de klimatologische omstandigheden in dit deel van Europa, de krijgsverrichtingen niet alleen des winters stil stonden, doch ook in de zomer voor enige maanden werden geschorst. Achtereenvolgens zullen wij van de gebeurtenissen op de verschillende strijdtonelen een kort ver slag doen x). Voor Gibraltar zette de markies van Villadarias, ondanks de ge slaagde uitval op oudejaarsavond en ondanks zware verliezen ten gevolge van ziekte, desertie en het vuur der verdedigers, zijn pogin gen met prijzenswaardige volharding voort, totdat hij in Februari moest plaats maken voor TessÉ, welke aflossing niet zonder hoog lopende twist en ongenoegen plaats had. Nieuwe hoop daagde voor de belegeraars toen, terwijl Leake voor Lissabon overwinterde, Pointis met een 13 tal schepen voor de stad verscheen en de blok kade aan de zeezijde dus opnieuw van kracht werd. Intussen kreeg Leake een versterking van 19 schepen onder de schout bij nacht Dilkes, waarna de bondgenoten de 17e Maart de Taag uitvoeren met 3 j oorlogsbodems, n.l. 23 Britse, 4 Nederlandse onder schout bij nacht van der Dussen, en 8 Portugese. Pointis, die het gevaar zag aankomen, had herhaaldelijk bij het Spaanse hof om toestemming gevraagd, naar Toulon te mogen terug keren, doch kreeg uitdrukkelijk bevel, in de baai te blijven. Tot zijn geluk waren de 18e acht van zijn schepen door een hevige storm de baai uitgedreven en naar Malaga gevlucht, vanwaar zij naar Toulon terugkeerden. De vijf resterende voeren juist de baai uit toen de geallieerden de 20e Maart 's morgens voor Gibraltar verschenen. Onmiddellijk werd de achtervolging ingezet. Zij had tot resultaat, dat na dappere verdediging twee schepen door de Hollanders, en één door de Britten werd geënterd en genomen; de twee overige werden gedwongen op de kust te lopen, waar zij, nadat het volk zich had gered, ten onder gingen. Het gevaar was thans voor Gibral- 6Sl Bij het onderstaande is doorgaans gevolgd het verhaal van De Vooght van Rynevelt, Dl I. Overi gens zij verwezen naar: 'Feldzüge des Prinzen Eugen von Savoyen', ie serie Bd. VII: 'Der Krieg in Spanien', p. 473-^23 Von Noorden ,Europaische Geschichte', Dl n-19^-224. G. Macauley Trevelyan, 'Ramillies', Hs. IV. Voor het maritieme gedeelteDe Jonge, 'Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen' Dl III, en A. L. van Schelven 'Philips van Almonde', Van Gorkum, Assen, 1947.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 689