OPENING VAN DE VELDTOCHT. BELEG VAN
KEIZERSWEERT
De prins van Nassau had j en 6 April zijn troepen in het kamp
van Mühlheim bij Keulen samengetrokken. Reeds eerder was be
gonnen met het vervoer der belegeringsartillerie, die lange tijd
door Oostenwind was opgehouden. Wegens Rijnberk, waar drie
Franse bataljons in garnizoen lagen, moest het geschut te Wezel
ontladen en vandaar over land vervoerd worden. Zeshonderd
paarden en 400 karren, hiertoe benodigd, moesten volgens afspraak
door Kleef en het grondgebied van de Paltsgraaf geleverd worden
Bruggen moesten worden gelegd over de Roer, de Imster en de
Lippe. Troepen dienden geposteerd te worden te Xanthen, Calcar
en andere plaatsen ter beveiliging der transporten. Dit alles werd
besproken op conferenties te Wezel en Duisburg tussen de bij de
prins van Nassau gedeputeerde heren Geldermalsen, van Lintelo
en van Slingelandt, de commandant der Pruisische troepen, gene
raal von Heiden en de commissaris van de keurvorst van de Palts,
baron Wieser. Ook werd Geldermalsen gecommiteerd om met
de regering van Kleef te spreken over fourage voor het bij Goch
gelegerde korps van Tilly, waarvoor deze regering beloofd had te
zorgen, hetgeen echter was verzuimd.
De 7e April hadden van de zijde der geallieerden de eerste open
lijke vijandelijkheden plaats. De prins van Nassau had op verlangen
van de keurvorst van de Palts, volgens de Fransen 'un des premiers
mobiles et des principaux boute-feux de cette querre' een bereden
detachement over de Rijn gezonden om de Fransen of Keulsen in hun
kwartieren te overvallen. In de buurt van Bonn hadden onze ruiters
een 'partij' verrast, waarbij enige Fransen sneuvelden en een 40-tal
werd gevangen genomen 2). De gouverneur van Bonn, de markies van
Montrevel, protesteerde tegen deze geweldpleging in tijd van vrede
en verlangde voldoening. Hij betitelde zich echter in zijn brief als
bevelhebber van de troepen van de Bourgondische Kreits, hetgeen de
prins van Nassau aanleiding gaf, te antwoorden, dat hij van zodanige
troepen niets afwist en dus het protest niet kon accepteren 3).
47
HOOFDSTUK III
(Schets nr 2)
Seer. Res. St.Gl 4 April 1702.
2) Nassau a.d. St.Gl 8 April, I.e.; id. aan Heinsius, 7 April (Heins. arch. 784).
8) Journaal v.h. beleg van Keizersweert 14 April (Heins. arch. 784).