Dat deze generaal zo sterk voor het beleg van Badajoz gezind was vond volgens Schonenberg, die langzamerhand achter de schermen had leren zien, zijn oorzaak in de omstandigheid, dat hij in dit geval, als 'general des armes' in Alentejo, het opperbevel zou behouden, terwijl hij dit bij operaties ten Noorden van de Taag aan das Min as die dezelfde waardigheid in Beyra bekleedde, zou moeten afstaan De 26e Mei brak het leger op van Albuquerque en marcheerde Zuidwaarts naar de Gevora, een zijrivier van de Guadiana, met de bedoeling om TessÉ, die in de nabijheid van Badajoz stond, aan te tasten. Deze onttrok zich echter aan een slag, door, aangeleund aan Badajoz, een voordelige stelling in te nemen ten Zuiden van de Guadiana. Een tweede poging om met TessÉ slaags te raken, door Galway begin Juni ondernomen, mislukte eveneens, en evenmin zag men kans om de vijand, wiens cavalerie de onze overtrof, van de stad af te dringen. De 6e tenslotte marcheerden de geallieerden in Westelijke richting naar de kant van Elvas, Badajoz aan zijn lot overlatende. Het werd tijd, de zomerkwartieren te betrekken: er heerste reeds grote hitte, en gebrek aan water en fourage. De 18e ging het leger uiteende Portugezen betrokken kwartieren langs de Guadiana, de Engelsen in Alentejo, de Hollanders om en bij de Taag 2). Omstreeks dezelfde tijd ging ook het korps van das Minas in verversingskwartieren, en aan beide zijden van de Taag heerste de eerste maanden rust. De enige winst van betekenis, die de strijd op het Iberisch schier eiland tot nog toe had opgeleverd, was die van Gibraltar geweest. Hij had de poort geopend tot de Middellandse zee. De slag bij Malaga en de tegenslagen, welke de Franse zeemacht voor Gibraltar had moeten incasseren hadden aangetoond, dat ook in de Zuidelijke wateren het overwicht naar de kant der zeemogendheden was ver schoven. Dat de geallieerden gebruik wilden maken van de voor delen, welke in deze constellatie lagen opgesloten, lag voor de hand. Zij bood de mogelijkheid van ingrijpen in de oorlog in Noord Italië, dwong de Fransen, op hun hoede te zijn wegens de nog steeds sluimerende opstandigheid in de Cevennes, en opende goede uit zichten voor een landing op een of ander punt van Spanje's Ooste lijke kustlijn. Dit laatste was van te meer belang, omdat een inval hier licht tot een opstand ten gunste van de Habsburgse troonpretendent kon Schonenberg a. d. St.Gl 2£ Mei; id. 8 Juni. 2) Schonenberg a. d. St.Gl 22 Juni; Fagel aan id. 7, 17 Juni beide in St.Gl 7370.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 695