leiden. Philips van Anjou gevoelde zich allerminst zeker van zijn
positie. Reeds de vele berichten omtrent al of niet vermeende
samenzweringen in allerlei delen der monarchie zijn hiervan een
aanduiding. Ontevredenen vond men tot in de allerhoogste krin
gen, ook aan het hofPhilips werkte hiertoe nog mee door wijzi
ging te brengen in het eeuwenoude hofceremonieel, hetgeen de
Spanjaarden de huidige positie van het trotse Spaanse rijk als Franse
vazalstaat pijnlijk deed gevoelen. De machtige invloed van de prinses
Orsini ten hove kon niet nalaten naijver en wrevel te verwekken,
Ook het handelsbelang deed velen, vooral in de grondbezittende
stand, neigen naar de kant der Engelsen en Hollanders, die de voor
naamste afnemers waren van Spanje's belangrijkste uitvoerartikel,
de wol. Dat ook in het leger, dat zich naast de machtige Franse
bondgenoot met een tweede-rangsplaats moest vergenoegen, veel
ontevredenheid school, ligt voor de hand.
Ook militair gesproken bood een inval aan de Middellandse zee
kust grote voordelen. Wat Spanje aan te velde bruikbare troepen
bezat, was geheel aan de Portugese grens in beslag genomen. De
kustverdediging berustte dus geheel op de garnizoenen der talrijke
grote en kleine havensteden. Een landing konden deze onmogelijk
beletten, en daarna waren, althans gedurende geruime tijd, geen
mobiele troepen beschikbaar om het oprukken in het binnenland
van enigszins belangrijke strijdkrachten te beletten, of een opstand
tegen te gaan. Zelfs Madrid was slechts schaars van bezetting voor
zien.
Voor een dergelijke oorlogshandeling kwam het sterk Habsburgs-
gezinde Catalonië, waar separistische bewegingen van oudsher een
gunstige voedingsbodem vonden, het meest in aanmerking. Reeds
lang hadden de Habsburgers hier verbindingen aangeknoopt. Behalve
Karel iii was ook de prins van Hessen-Darmstadt een groot voor
stander van een inval in dit gewest. Hij was er onder de vorige ko
ning enige jaren stadhouder geweest, en dus ter dege met land en
volk bekend. In onderling overleg hadden de zeemogendheden be
sloten, in het voorjaar een gemeenschappelijke vloot naar de Mid
dellandse zee te zenden, teneinde naar gelang van omstandigheden
aan de strijd, hetzij in Spanje of in Italië deel te nemen.
Het opperbevel over het Britse contingent was, mede op raad
van Marlborough, toevertrouwd aan Charles Mordaunt,
graaf van Peterborough. De Engelse regering deed hiermee een
zonderlinge keuze. Peterborough was dapper en ondernemend,
doch onstandvastig, lichtzinnig, impulsief, grootsprekerig en twist
ziek, en bezat slechts geringe kennis van en oordeel in krijgs-
6^8