zaken, zowel te land als ter zee. Voor een waardigheid die zowel
militaire bekwaamheid als diplomatieke tact vereiste was hij feite
lijk ten enenmale ongeschikt. Dit alles nam echter niet weg, dat
hij in de onderhavige expeditie grote diensten heeft bewezen, en
dat met name de inneming van Barcelona voor een goed deel op
rekening van zijn moed en doortastendheid mag worden gesteld.
In Mei verliet een vloot van 18 linieschepen onder de luit.-
admiraal Philips van Almonde de Nederlandse havens en zette
koers naar de Taag, waar zij 13 Juni aankwam. Op een aantal
transportschepen werden de regimenten mariniers van St Amand
en Palm meegevoerd, onder bevel van de generaal-majoor Willem
Frederik van Schratenbach, de dappere verdediger van Hulst in
het eerste oorlogsjaar. De genoemde regimenten waren 1200 man
sterk, en brachten dus ieder twee bataljons uit. Schratenbach
overleed helaas nog in het zelfde jaar (1^ December). De 20e liet
insgelijks de Engelse vloot voor Lissabon het anker vallen, n.l. 38
linieschepen onder Cloudesley Shovel, met een ^ooo man landings
troepen onder lord Peterborough als kapitein-generaal. Intussen
waren ook de diverse legerhoofden, na het uiteengaan der troepen,
naar Lissabon gekomenvooral Fagel, die zeer in de gunst van de
Portugese koning stond, werd met veel eerbewijzen aan het hof
ontvangen.
In een grote krijgsraad diende beslist te worden, wat met de
thans verenigde, aanzienlijke scheepsmacht zou worden onderno
men. De keus ging tussen een nieuwe landing, thans op grotere
schaal, in Catalonië, of het bijspringen van de hertog van Savoye,
die in deze tijd in Noord-Italië niet weinig door Vendome in het
nauw werd gebracht. Tot het eerste werd besloten, mede uit over-
weging, dat, indien het gelukte een opstand in Spanje te verwek
ken, zulks toch ook een indirecte verlichting op het Italiaans
oorlogstoneel zou teweeg brengen.
Begin Juli stak de vloot, thans 60 schepen sterk, waaronder 20
Nederlandse, in zee. Karel iii vergezelde de expeditie; in Gibraltar
kwam ook de prins van Hessen-Darmstadt aan boord. Aan land
troepen en mariniers werden 17 bataljons en 8 eskadrons mede
gevoerd. Na ongeveer een maand kruisen in en nabij de straat van
Gibraltar, en voorts door tegenwind belemmerd, verscheen zij de
22e Augustus voor Barcelona.
De volgende dag werden de troepen en de twee daarop volgen
de dagen geschut, krijgsbehoeften en paarden, ten Noordoosten van
de stad aan land gebracht, zonder dat ook maar de minste tegen
stand werd ondervonden. Twaalf Engelse, vier Nederlandse en
659