Tegelijkertijd was ook het leger te Rozendaal tot aanvallende
handelingen overgegaan. Een detachement van 1300 beredenen
onder Dompré was in de richting van Antwerpen op Spaans
gebied doorgedrongen en had een luitenant en 4 man gevangen
genomen. Ook hier protesteerde de commandant van de te Ant
werpen gelegerde troepen, de luit.-generaal d'Artaignan, waarop
Athlone, hoewel de gevangenen 'voor dese reis' vrijgevende,
zodanig bescheid gaf, dat Boufflers aan de koning kon schrijven
'La réponse du comte d'Athlone est une declaration de guerre
formelle' x).
Intussen had de prins van Nassau aanstonds kennis gegeven van
het openen der vijandelijkheden zo wel aan de raadpensionaris als
aan de Staten-Generaal. Aan de laatsten schreef hij'En also het
begin daarmeede is gemaakt, zoo versoecke U Ho.Mo. om aan de
heeren grave van Athlone en generaal-luitenant Coehoorn ge
lieven te ordonneren, dat sy aen der selver kant de geconcerteerde
diversie ook int werk stellen'. Tevens gaf hij kennis van zijn benoe
ming door de keizer tot diens veldmaarschalk in de aanstaande
operatiën tegen 'degepretendeerde Bourgondische Greits volkeren',
waarop hij de goedkeuring der Staten verzocht. Tegelijkertijd was
ook Dopf tot keizerlijk luitenant-veldmaarschalk benoemd.
Nassau s bericht zal de 10e in Den Haag zijn ontvangen. De 1 ie
althans werden Athlone en Coehoorn geautoriseerd, de diversie
te beginnen 'op den voet der voorgaande resolutiën'. Nog andere
maatregelen maakte de thans ingetreden 'rupture' noodzakelijk.
Daarom werd, bij de zelfde resolutie van 11 April, de Raad van
State verzocht, de commandanten der frontiersteden aan te schrij
ven, dat zij goede zorg zouden dragen voor de bewaking hunner
aanvertrouwde steden, controle uitoefenen op alle in- en uitgaande
personen, reizigers naar plaatsen op Frans of Spaans gebied in stilte
waarschuwen voor de op handen zijnde vijandelijkheden en geen
levensmiddelen of krijgsbenodigdheden naar vijandelijk gebied laten
passeren, ten einde het oprichten van magazijnen door de vijand zo
veel doenlijk te bemoeilijken. Tevens werd de Raad van State ver
zocht, zijn ambtenaren in de generaliteitslanden te waarschuwen,
dat zij zich niet meer dan nodig was op het platteland moesten
begeven. Voorts werden de Staten der provinciën in kennis gesteld
met de stand van zaken en werd deze Staten aangeraden, hun naar
vijandelijk gebied reizende 'onderdanen' te waarschuwen. Met de
in Den Haag aanwezige gecommiteerden der Admiraliteitscolleges
48
Europ. Mere. 271; Boufflers a.d. koning 8 April 1702 (bij Pelet II-13); Seer. Res. St.Gl
19 April 1702; Quincy III-338.