ogenblikken doodbloedde. Hij was de bestormers met de degen
in de vuist voorgegaan, en als een der eersten de vesting binnen
gedrongen, toen de kogel aan zijn roemrijke loopbaan een einde
maakte.
Het verhaal van Almonde, waaraan het bovenstaande korte relaas
in hoofdzaak is ontleend, plaatst ons voor enkele raadselen. Behalve
de prins van Hessen zouden een officier en man gedood en i 4 a 16
gewond zijn; een aantal, gezien de twee afgeslagen aanvallen, zo
gering, dat men wel moet aannemen, dat alleen de Staatse verliezen
zijn bedoeld, hoewel men dit niet uit de tekst kan opmaken. Ook
schijnt het vreemd, dat bij deze, uiteindelijk toch met succes be
kroonde actie, 300 man van de aanvallers zijn gevangen geraakt,
waaronder ruim 40 Nederlanders, o.a. een majoor en twee kapi
teins, allen van het regiment mariniers van St Amand. De verkla
ring hiervan vindt men in het verhaal, dat men bij Churchill aan
treft, en dat belangrijk meer bijzonderheden geeft dan het sobere
relaas van Almonde. Tengevolge van een misverstand in de mening
verkerende, dat de vijand zich overgaf, waren de aanvallers in de
droge gracht gesprongenzij konden hier voor- noch achteruit, en
zagen zich aan een moorddadig vuur blootgesteld, zodat zij wel ge
noodzaakt waren zich over te geven x).
De 14e September beduidde in alle opzichten een keer in de tot
nu toe zo trage gang van zaken. Besloten werd de stad aan de zijde
van het fort aan te vallen, en het beleg met kracht door te zetten.
De artillerie welke aan de Noord-Oostkant der stad aan land was
gebracht, werd door transportvaartuigen van de vloot naar de tegen
overgestelde zijde vervoerd. Vijf Engelse en drie Nederlandse oor
logsschepen, benevens de beschikbare bombardeergaljoten, openden
het vuur op de stad om de bezetting te 'harasseren', welk vuur
voortaan geregeld werd voortgezet. Krachtige hulp verleende de
vloot aan geschut, munitie, geoefende kanonniers, handlangers en
timmerlieden; de 16e werden nog 400 'wel geëxerceerde' scheeps-
soldaten en 240 mariniers van het regiment van Sparre van de
Hollandse schepen aan land gezonden.
Europ. Mere. 230-236. Trevelyan, Ramillies 68, 69, 79 vlg. In tegenstelling tot de lezing in het
verbaal van Almonde, betoogt Trevelyan, aan de hand van het dagboek van de kolonel in Portugese
dienst John Richard, dat het initiatief tot de aanval op het fort Montjouich van Peterborough is
uitgegaan, dat hij te zamen met Hessen-Darmstadt het plan heeft opgemaakt, en dat aan Karei m
eerst op het laatst mededeling is gedaan. Zijn lezing van de bij de aanval op het fort ondervonden
tegenslag is een andere dan die, welke bij Churchill voorkomt (II-61), welke in de tekst is gevolgd.
Voorts zie men de brieven van Almonde aan de griffier Fagel van 14 en 2 1 October 170^, in Europ.
Meic. 299-303. Een Italiaans dagboek van het beleg van Barcelona en de verdere krijgsbedrijven in
Catalonië van 18 September tot 3 November bij Lamberty XIV-136-14^ (Supplement 170^). Van af
zonderlijke krijgsbedrijven der Nederlanders wordt hierin nagenoeg geen melding gemaakt.
661