wisseld en begon het parlementeren. De 9e eerst werd men het eens over de capitulatie, die voor de Spanjaarden, moet men zeggen, zeer gunstige voorwaarden bevatte. Zij mochten met volle krijgseer door de bres - de cavalerie door een der poorten - uittrekken, 16 metalen stukken en 3 mortieren meenemen, en zouden naar een der steden in Catalonië, welke nog de Franse zijde hielden, worden over gebracht. De artillerie en bagage zouden door de geallieerde vloot worden vervoerdde troepen zouden over land marcheren. Intussen was het beleg - vervolgens de val - der stad het sein ge weest voor tal van steden, om de Habsburgse zijde te kiezen. Meestal geschiedde dit onder geen of zwakke tegenstand van het garnizoen. Nadat het stadje Vich het voorbeeld had gegeven, volg den voor en na Lerida, Urgel, Tortosa, Tarragona, en Gerona. Ge heel Catalonië, adel en geestelijkheid aan het hoofd, huldigden Karel iii als koning. In Barcelona braken ernstige ongeregeldheden uit. De bergbewoners of z.g. miquelets uit de omtrek drongen de stad binnen en lieten zich niet onbetuigd, o.a. bij het plunderen der in de haven op transport wachtende bagage. Het leven van de gou verneur Velasco liep ernstig gevaar. Tijdens deze ongeregeldheden debandeerden veel troepen van wie een aantal dienst nam onder koning Karel; de rest, nauwelijks 800 man, werd tenslotte naar Malaga verscheept. Uit de tioepen, welke naar Karel iii waren overgegaan, en andere vrijwilligers werden een viertal onbereden en enige bereden regi menten opgericht. Toen de vloot tegen het einde van October ten dele naar het vaderland, ten dele naar Lissabon terugkeerde, bleven 3 Engelse en 2 Nederlandse regimenten achter; zij werden, met de Spaanse, over de verschillende vestingen verdeeld. De Nederlandse waren het regiment mariniers van St Am and, dat te Gerona en dat van Palm, dat te Lerida overwinterde. In Barcelona had de verzoiging alles te wensen overgelaten. Men leze hierover de brief in Bijlage 59. Nog vóór het jaar ten einde was, was ook het koninkrijk Valencia naar de zijde van de Habsburger overgegaan. De stoot hiertoe werd gegeven door de kolonel Nabot, die met zijn regiment was overge lopen en zich te Denia, dat reeds in Augustus was opgestaan, met de daar gelegerde bezetting onder de generaal-majoor Ramos had verenigd. Met steun van enige honderden Engelse en Hollandse zeesoldaten werd Denia uitgangspunt van verdere veroveringen. In het begin van December werd het stadje Xabea ingenomen, de volgende dagen Oliva, Gandia en Alzira. Door grote toeloop van edelen en landvolk uit de omtrek versterkt, trokken zij de 16e 663

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 703