volgens de Europische Mercurius tot 17 bataljons en 3-3 eskadrons,
benevens een £000 gewapende boeren. Van Rynevelt noemt 11
bataljons en 46 eskadrons. Zeker is in elk geval, dat TessÉ aan infan
terie belangrijk zwakker, doch aan ruiterij sterker was dan de ge
allieerden. Wijselijk liet hij het niet op een slag aankomen, en de
bondgenoten achtten het niet raadzaam, de vijand op te zoeken en
van Talavera te verdrijvenhij zou een treffen zeker hebben ontwe
ken, en het gevolg zou, zo meende men, slechts bestaan in tijdver
lies bij het beleg. Niettemin was het onvoorzichtig, de vijand op zo
korte afstand van het kamp ongemoeid te latenvooral waar geen af
zonderlijk observatiekorps aanwezig was, en de stad slechts ten
halve was ingesloten. Maurits en Frederik Hendrik hadden meer
malen in soortgelijke omstandigheden verkeerd, doch steeds een
uitgebreide, sterke circumvallatielinie aangelegd. Dit was hier na
gelaten, wat Fagel dan ook ten zeerste afkeurde. Wel waren enige
redoutes opgeworpen, doch van zeer onvoldoend profiel, en zonder
tussenlinie. Zodoende had het gehele beleg iets geforceerds, iets
dat het stempel droeg van halve maatregelen, en dat als het ware de
kiem der mislukking in zich had.
In de nacht van de 4e October werden de loopgraven geopend
aan de kant van Merida en Talavera, waar de Hollandse troepen
waren gelegerd. Directeur-generaal van de approches was de Franse,
geëmigreerde kolonel Charles onder deze werden zij bestuurd
door de ingenieurs de Bruyn, Meyer en Kavalli. Bij het openen
der loopgraven, op korte afstand, n.l. 100 pas, van de bedekte weg,
werden, ondanks hevig vijandelijk vuur, geen zware verliezen gele
den: 4 doden, 6 gewonden en 3 dode paarden.
Badajoz kon niet tot de sterke vestingen worden gerekend; het
had echter een vrij sterke bezetting, t.w. 12 bataljons, ongeveer
4000 man, onder Don Antonio Pacheco Villegas, en was goed
van artillerie voorzien, n.l. 80 stukken. Daar de min of meer
vluchtig opgeworpen loopgraven onvoldoende dekking verschaften,
bezorgde zij onze troepen menig verlies.
In de nacht van de ^e arriveerden de zware kanonnen en mor
tieren in het kampzij werden aanstonds op de reeds opgeworpen
batterijen, voor de mortieren 'ketels' genoemd, geplaatst. De ne
begon men bres te schieten uit een batterij van 30 zware stukken,
terwijl bovendien nog 10 mortieren en een 14-tal lichtere kanonnen
het vuur openden. De vijand bleef het antwoord niet schuldig,zoals
de belegeraars nog dezelfde dag ondervonden. Des namiddags trof
een Spaanse bom de buskruitvoorraad, die zich, onvoldoende tegen
vuur gedekt, in de grote batterij bevond. Rynevelt laakt de Portu-
666