Hij liet toen, daar er niet anders opzat, het leger in slagorde op stellen, front naar de rivier, de infanterie op de gewone wijze in het midden, de ruiterij op de vleugels. Ook das Minas was inmiddels ter plaatse, en thans passeerde men over twee bruggen met spoed de Guadiana, en marcheerde 'in alle diligentie' naar de vijand. Deze was intussen bezig de Gevora over te trekken, en er bestond nog een zekere hoop, dat hij, bij nadering der onzen, zijn reeds over gegane troepen zou terugroepen. Maar het omgekeerde geschiedde hij versnelde zijn overgang en plaatste de Gevora tussen zich en het geallieerde leger. Dit betekende het ontzet van Badajozimmers ook al zou men de Fransen over de Gevora attaqueren, dan nog zouden zij zich via het bruggehoofd St Cristobal op de stad kunnen terugtrek ken, terwijl de geallieerden intussen kans liepen, door een uitval de nog voor de stad staande artillerie en bagage er bij in te schieten. Het enige was, naar het kamp terug te keren, 'sullende verders overleggen wat te doen staat'. Men behoefde echter geen helder ziende te zijn om te kunnen voorspellen, dat het ontzet van Badajoz met het einde van de veldtocht gelijk stond x). Het succes, dat Tesse bij deze gelegenheid mocht boeken, was, behalve aan het ongemoeid laten van de vijand te Talavera, voor namelijk aan het falen van de verkenningsdienst te wijten, doch ook dit was althans de algemene opinie aan traag en besluiteloos handelen. Het alarmeren van het leger had des morgens om drie uur plaats gehad, het overtrekken van de Guadiana eerst vier uur later. Volgens Rynevelt heeft men werkeloos toegezien, dat de vijand de brug over de Gevora passeerde, terwijl men, bij snel voortrukken, hier de helft van zijn leger had kunnen afsnijden. Tot een verklaring moet waarschijnlijk dienen, hetgeen Fagel zegt in zijn bericht aan de Staten, n.l. dat het leger door het snelle marcheren 'wat geéchauf- ieert was en in 'desorder' verkeerde. Hoe het zij, de schuld van de gehele mislukking kreeg das Minas, die zich, volgens Rynevelt, '(luizende bespottingen, zelfs in zijn eigen leger, op de hals haalde'. Drie dagen later werd het beleg opgebrokenhet jaargetij liet uiteraard geen verdere ondernemingen meer toe. Het geschut en de bagage waren reeds een dag eerder verzonden, uitgenomen vijf ka nonnen, en enige bommen, die men in de grond had verstopt. Ongeveer iooo man had het beleg gekost, onder wie de Engelse luit.-kolonels Piper en Brutnell genoemd worden. De 26e ging, wat niet reeds eerder in de winterkwartieren was gezonden, uiteen. De meeste troepen betrokken dicht bij de grens gelegen 669 Schonenberg a. d. St.Gl, Lissabon 3, 10 en 13 October; Fagel aan id., in het leger voor Badajoz, 14 October 170^, St.Gl 702^. Europ. Merc. 2e st. 280-282, 290-294.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 709