Saarbrück; het bevel over de belegering aan Nederlandse zijde de
luit.-generaal Salisch, onder wie de generaal-majoors Dedem en
Friesheim. De Pruisen stonden onder bevel van prins Albrecht
van Brandenburg, onder wie de generaal der infanterie von
Heiden.
Keizersweert, behorende tot het aartsbisdom Keulen, was op
zich zelf slechts een onbeduidend stadje. Het bestond uit twee of
drie straten, een markt, een kerk en een kasteel, waar reeds in de
12e eeuw tol werd geheven. De ruimte binnen de wallen was slechts
gedeeltelijk bebouwd. De hoofdwal had twee halve bolwerken aan
de Rijn en daartussen drie hele. Van Noord naar Zuid gaande,
waren zij genoemd naar de heiligen St Maximiliaan en St Suibertus
en naar de wijzen uit het Oosten Caspar, Melchior en Balthazar.
Voorts een natte gracht met vier ravelijnen en een bedekte weg met
glacis. Een tweetal beren hield het water in de grachten. Alleen aan
de Noord-Oostkant lag een buitenwerk, dat 'redoute de Kalkum'
genoemd wordt, doch ook onder de namen van 'redoute du ci-
metière' en het 'fort Kreuzbergen' voorkomt, en een versterkt
kerkhof geweest schijnt te zijn. Ten Noorden van de stad bevond
zich een eiland in de Rijn, waarvan het Zuidelijk deel door een re-
tranchement was afgesneden, terwijl op de Zuidelijkste punt een
redoute was aangelegd, die de aanvalswerken aan de Noordzijde in
de flank kon nemen, en bovendien de communicatie tussen de beide
Rijnoevers, welke door een gierpont werd onderhouden, beheerste.
Tegenover de stad lag nog een hoornwerk, dat, daar zij aan deze
zijde noch werd ingesloten, noch aangevallen, geen rol in het beleg
heeft gespeeld.
In het voorterrein aan de Oostzijde waren enige voor de verdedi
ging schadelijke hoogten en holle wegen; denkelijk om deze reden
waren de bolwerken van katten voorzien. Het aanvalsterrein aan de
Rijnkant bestond uit uiterwaarden, waarin enkele grachten of kreken.
De aan een rivier grenzende fronten waren in vroeger tijd meestal
de zwakste, hetzij wegens aanslibbing langs de beren, hetzij omdat
de verdedigende artillerie hier minder ruimte voor opstelling heeft.
Ook in dit geval werden twee attaques langs de rivier geformeerd
de Hollandse boven- de Pruisische beneden de stad.
De verdediging was in goede handen, n.l. van de maréchal de
camp Blainville, een zoon van de grote Colbert. Vijf bataljons
vormden de aanvankelijke bezetting; 30 stukken de artilleriebe
wapening
1) Men raadplege voor een en ander de kaart in de atlas van Pelet, de beste mij ter hand gekomen
afbeelding van het beleg.
£0