bijlage 19. Zie pag. 237.
OBDAM AAN DE RAAD VAN STATE
(R. v. St. 643)
In 't leger voor Bonn, 8 Mei 1703, ontv. 10 Mei
Edele Mogende Heeren
De Resolutie van U Ed.Mo. in dato den 30 April is mij gisteren avont te
handt gekoomen. Waerop alleenigh sail seggen dat wanneer de compagnie
Guardes du Corps of gedeelte daervan sigh bij dit Leger bevondt, de intentie
van den Staat ten dien opsighte niet soude konnen geexecuteert worden, alsoo
voor alle Ruyters op sauvegarde gesonden sijnde maer een halve rijxdaelder
daeghs wert geeyscht en betaelt, en dat ter oorsaecke van de sleghte toestant
waerinne dit gansche landt door den oorlogh is gebraght, seer wijnigh meer
voor de sauvegardes wert gegeeven.
Sende hierneevens nogh een relatie van het gepasseerde in deeze belegeringh
seedert het oopenen der loopgraven tot op huyden, waerbij niets weeten te
voegen; bidde Godt, U Ed.Mo te wille neemen in sijne Hylige Protexie en
blijve
Edele Mogende Heeren
U Ed. Mogende
Ootmoedige Getrouwe dienaer
J. B. van Wassenaer
P.S. Het aghterblijven van de hospitalschepen stelt ons in seer groote ver-
leegentheyt, en sail die ten uyterste groot syn wanneer eens gestormt sail
worden en men een groot getall gequesten bekoomen. Den Intendant Cats en
Doctor de Bie hebben soo veel hun mogelyck is geweest tot Ceulen medica
menten, en andere nootwendigheeden gecoft en hier doen brengen, maer sulx
kan sigh niet wyt strekken, en boove dien geen Hospitaelwaegens voorhanden
sijnde staet sulx bij een aenstaende marsche van 't Leeger niet wynigh te
embarasseren.
714