van een dapper officier, de markies de Brancas, door g compagnie ën grenadiers als eerste en 300 fusiliers als tweede echelon, be nevens enige onbereden dragonders. Vervolgens kwamen een 200 pioniers, die tot taak hadden, de werken te slechten. Slecht weer begunstigde de verrassing, waarop bij een dergelijke onderneming alles aankwam. De generaal-majoor Rantzau en de brigadier Carle waren die nacht op wacht met de regimenten Weyhe en Caris. Aanvankelijk hadden de aanvallers succes: de voorste be wakingstroepen en pioniers werden teruggedreven en een deel der loopgraven, volgens Blainville yg roeden d.i. 13-0 m, geslecht. Een scherp gevecht ontspon zich, toen de twee wachtbataljons tot de tegenaanval overgingen. Mogen wij Blainville geloven, dan werden zij tot driemaal toe teruggeslagen. Hierbij onderscheidde zich de sergeant-majoor Reiche van het Hannoverse regiment van Weyhe, die met getrokken degen chargeerde aan het hoofd van een afdeling fusiliers. Toen nog meer versterking uit het Hollandse kamp in aantocht was, waaronder twee eskadrons ruiterij die de terugtocht dreigden af te snijden, liet Blainville de terugtocht naar de bedekte weg aannemen, die 'au petit pas et avec tout l'ordre possible' werd volbracht. Aan de zijde der belegeraars waren een tiental officieren en omstreeks go soldaten gedood of gewondtot de eersten behoorden de luit.-kolonel Sommerfeld, twee kapiteins en een vaandrig van het regiment Weyhe, aldus het journaal van het beleg. De Franse verliezen kennen wij uit een brief van Blain ville, n.l. een kapitein en een luitenant gedood, acht kapiteins en ongeveer evenveel luitenants gewond, twintig soldaten gedood en 30 of 40 gewond. Wat de uitval naar het geschut aangaat, drongen de aanvallers inderdaad tot aan de batterijen door, doch voordat de hiertoe aan gewezen kanonniers tijd hadden tot het vernagelen der stukken, werden zij door het dekkingsdetachement verdreven 1). De pogingen, om de gierpont door kanonvuur te vernielen, waren tot dusver ijdel gebleven. De 23e echter slaagde een sergeant er in, de ketting, waaraan de pont bevestigd was, te doen springen, nadat hij er, onder bescherming van de duisternis, twee bommen aan had bevestigd. De veldmaarschalk beloonde zijn stoutmoedig bedrijf met 100 daalders. Ook de Pruisen boekten deze dag een belangrijk succes. In de ochtendschemering staken zij, 1200 man sterk, naar het reeds ge noemde eiland over. Drie Franse compagnieën, samen 200 man, 5 4 x) Journaal 21 April; Blainville 21 April (Arch. Nat8 Guerre A I 15"£2, nr 234); Eur. Merc. 283.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 76