lagen hier in bezetting. Het eerst staken 300 Pruisische grenadiers
over, aangevoerd door Leopold van Anhalt-Dessau. Zij gebruik
ten hiertoe een drietal grote vaartuigendeze moesten door paarden
tegen de stroom op worden getrokken, om een punt te bereiken,
vanwaar men achter het retrenchement, dat een deel van het eiland
afsneed, kon landen. Onder bescherming van hevig geweervuur van
de eigen oever, doch onder grote bezwaren twee maal brak de
kabel - gelukte dit ten slotte. De landing volgde toen met verlies
van niet meer dan acht doden en een twaalftal gewonden, doordat
de vaartuigen d.m.v. planken en wolzakken schootvrij waren ge
maakt. De verdediging was tamelijk zwak; de verdedigers trokken
zich al spoedig in de redoute op de punt van het eiland terug. De
generaal von Heiden liet vervolgens een schipbrug naar het eiland
leggen en zond er nog 100 man heen.
Blainville heeft blijkbaar geen kans gezien, misschien ook het
niet raadzaam geacht, ook zijnerzijds versterking aan de redoute toe
te voeren, hetzij omdat hij de vesting niet nog meer van troepen
wilde ontbloten, hetzij omdat de Pruisische batterijen zulks ver
hinderden. In alle geval hadden de soldaten in de schans het gevoel,
aan hun lot overgelaten en nutteloos opgeofferd te worden. Voor
moreel en tucht had dit noodlottige gevolgen. Toen des avonds
omstreeks 7 uur aanstalten werden gemaakt voor de aanval op de
redoute, en zij werd opgeëist met de bedreiging dat alles over de
kling zou worden gejaagd, sloeg weliswaar de commandant de
sommatie af, doch de soldaten kwamen in openlijke muiterij, wier
pen hun wapenen neer, sprongen over de stormpalen en gaven zich
over, ten getale van 130 man. Enige officieren trachtten zich in een
bootje te redden, doch dit zonk, hetzij wegens overbelasting, hetzij,
volgens een andere lezing, als gevolg van beschieting. Alle inzitten
den verdronken op een kapitein en een vaandrig na, die gevangen
geraakten. De gevangenen, zo verklaart een zegsman, werden 'heel
beleeft' behandeld, en 'in 't minste niet uytgeschudt of berooft' x).
Een gebeurtenis als deze, in jaren in het Franse leger niet voor
gekomen, moest in de stad wel een deprimerende indruk maken.
Gelukkig werd hij enigszins vergoed doordat in de eerstvolgende
nacht een secours van 300 man binnenkwam, onder la Badie. Zij
brachten elk twee musketten mee, aan welke wapens, wegens het
vele schieten, reeds gebrek begon te heersen. De belegeraars hoor
den van de aankomst pas de 28e door een deserteur. Het detache
ment was de 21e uit Melick bij Roermond door Boufflers afge-
55
1) Journaal 23 April (St.Gl 4995); brief uit het leger van 23 April (Pamflet K.B. 14778). Blainville
aan Boufflers 23 April (copie, Arch. Nat8 nr 260 I.e.).