Hij zag, vooral wanneer hij nog 4 bataljons moest afstaan, geen kans, een eventuele aanval het hoofd te bieden, laat staan een di versie te doen en zond daarom de kwartiermeester-generaal d'Ivoy naar Hulst, Coehoorns hoofdkwartier, om te overleggen wat thans te doen stond. Tevens had hij bericht ontvangen, dat Boufflers de 11e van Antwerpen naar Diest was vertrokken, ongetwijfeld om daar een leger te verzamelen, waarschijnlijk voor operaties aan de Rijn. Dit alles berichtte Athlone de 13e naar Den Haag, met verzoek, het goeddunken der Staten op een en ander te mogen vernemen Deze wisten begrijpelijkerwijs weinig anders te doen dan, bij resolutie van 14 April, Athlone te machtigen, naar eigen inzicht te handelen, in overleg met Coehoorn en de prins van Nassau 2). Deze laatste, die terecht vreesde eerlang Boufflers met een overmachtig leger aan de Rijn te zien opdagen, was slecht over de gang van zaken te spreken. In de laatste brief van Athlone had hij weinig 'dispositie' ontdekt, en Coehoorn liet in 't geheel niets van zich horen, zo klaagde hij reeds de 14e jegens de raadpensionaris. Coehoorn was inderdaad een moeilijk man om mee samen te werken. Hij beschouwde Vlaanderen blijkbaar als een particuliere aangelegenheid en deed of er geen opperbevelhebber bestond. Reeds de 6e had deze zich, eveneens tot Heinsius, uitgelaten dat 'Mr de Coehoorn reste toujours fort difficile de se communiquer et qu'il évite touttes les conférences ou pourparlers, qui est neantmoins une chose du monde la plus nécessaire' Nogmaals drong hij bij de Staten en bij Athlone aan op de diversie, vooral daar de berichten over het samentrekken van strijdkrachten bij Diest bleven aanhouden. Was Athlone niet sterk genoeg dan moest hij desnoods de infanterie in de vestingen en achter de inundatiestelling Bergen op Zoom-Steenbergen houden en met de cavalerie naar omstandigheden handelen, mits Coehoorn maar aanstonds begon. Het bombardement van Gent kon hij dan desnoods achterwege laten 3). Doch Athlone's antwoord bleef onbevredigend: Coehoorn, zo schreef hij, bleef bij zijn plan in zake het bombarderen van Gent, 'moyennant q'on lui donne les troupes qu'il demande et que j'agisse de ce coté, ce que jusqu'a present je trouve pas faisable avec les troupes qui me restent'. 5» 1) Athlone aan St.Gl, 13 April, met als bijlage het project van Coehoorn. 2) Seer. Res. St.Gl 14 April. 3) Nassau aan St.Gl, 19 April 1702, met bijlagen. De 'correspondentie' tussen Nassau en Athlone liet reeds in deze tijd te wensen over: Noyelles aan Heinsius 23 April (Heins. arch. 785).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 80