en bleven noch bij die gedaghten, dat wij morgen of overmorgen een engagement souden hebbenvroegen ons wel zes mael dat wij haer souden ordonneren, wat wij oordeelden dat het souden doen en toonen wie sij waeren, maer hebben sulcks beleefdelijck gerefuseert en haer haer sentiment gevraeght, en bekenden selfs dat niet konden denken dat den vijandt ons soude attaqueren en uijt sijn linien komen. Sijt voordert gepersuadeert dat ick ten eenemael ben (A. N. van Schagen) P.S. de generaels bij de armee van den hertogh van onse sij de die wij hier ontboden en gesproocken hebben, waer (sic) van het sentiment van den hertogh. 76?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 805