en bleven noch bij die gedaghten, dat wij morgen of overmorgen een engagement
souden hebbenvroegen ons wel zes mael dat wij haer souden ordonneren, wat
wij oordeelden dat het souden doen en toonen wie sij waeren, maer hebben
sulcks beleefdelijck gerefuseert en haer haer sentiment gevraeght, en bekenden
selfs dat niet konden denken dat den vijandt ons soude attaqueren en uijt sijn
linien komen. Sijt voordert gepersuadeert dat ick ten eenemael ben
(A. N. van Schagen)
P.S. de generaels bij de armee van den hertogh van onse sij de die wij hier
ontboden en gesproocken hebben, waer (sic) van het sentiment van den hertogh.
76?