773 BIJLAGE y2. Zie pag. 633, 636. JOOST VAN HEEMSKERCK AAN HEINSIUS (Archief Heinsius 1000) Kamp tot Millemont, 27 Aug. 170J Hoog Edele Gestrenge Heer, Ik hebbe U Hoog Ed. geeerde van den 21 deser op den 24 's middags eerst ontfangen ter occasie de post deur verscheijde partijen van de vijand was op gehouden; t' is ons mede leet, dat d'attaque tegens den vijand sijn voortgang niet heeft gehad, dog dewijl alle Generaels, ende ook wel bijsonder den Heer Salisch vermeijnde het een ondoenlijke ja desparate actie te zijn, hebben wij daertoe niet konnen resolveren, om in een saek van die aengelegentheyd ende gevolg, ordres te geven; onse generaels seggen, dat er mede verscheijde generaels onder het ander Corps van haer gedaghten waren, ende dat Mylord Due of die actie soude hebben laten steken, of welhaest de afmarsch geordoneert gelijk in de voorgaende rescontre, dog dit is seggen, werdende alhier van dit en alle andere voorvallen meer gepraet als behoort; ingevolge van Haer Hoog Mog. resolutie van den 2 2 deser hebben wij met den Heer Hartog, Heer van Auwer- kerek ende eenige Generaels gesproocken, ende overleyt wat men voor of na het attaqueren van St Leeuw ende selfs met abandonnement van de onder- neminge tegen voorgemelte plaets, met grooter voordeel ende dienst van den Staet soude kunnen ondernemensij waren alle van gedaghten dat men hoe eer hoe liever met St Leeuw moest beginnen, omdat die plaets voor ons om ver scheidene redenen van groote aengelegentheyt was, ende dat met het minste vogtig weder deselve plaets met veel moyte, ja dikwijls seer difficijl t'emporteren soude sijn. De Heer Hartog verclaerde sig, dat geen nadere projecten wegens andere ondernemingen soude doen om geen meerder critique subject te zijn, dog dat deselve afwagten soude van onse generaels, de welcke goet gekeurt zijnde met ijver soude helpen executeren, tensij onse generaels quamen te verclaren van geen nader projecten te kunnen doen, in welk geval sijn Hoogheyt seijde de sijne te sullen voorstellenonse Generaels hebben aengenomen haer gedaghten te zullen laten gaen over het formeren van een project; eenige van deselve ver- meijnen dat na het emporteren van St Leeuw niet veel te doen sal sijn; wij heb ben den Heer van Slangenburg, die wel meest gewoon is critique te maken (op projecten bij Sijn Hoog Ed. niet gemaekt) aengemaent, ja gepousseert dat ietwes wilde voorstellen, t'geen wij naderhant sullen moeten afwagten. Daer is alhier weder een groote opschuddinge onder de generaels, over de Missive bij Milord Due aan haar Hoog Mog. geschreven, ende wel bijsonderlijck omdat deselve is gedrukt, waer jegens sij aen haar Hoog Mog. mede willen schrijven, 't gene best was gelaten, om geen verwijderinge te causeren, t'geen wij met alle omsigtigheijd en devoir tragten te beletten, dog niet altijd kunnen met effect uijt werken om het humeur van sommige. Soo aenstonts ontfangen wij de tijdinge dat de Fransche in Italië soude ge slagen sijn, dat wij hopen waer mag zijn, ende ons animeren om nog wat goeds tot het beste van t'gemeen te mogen uijtwereken. Den Heer van Schagen is naer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 813