bijlage 33. Zie pag. 629.
BUYS AAN HEINSIUS
(Heins. arch. 984)
Amsterdam, 23 Aug. 1703
o.a.
,,ik heb, volgens afspraake, zorge gedragen, dat de bewuste brief van den
Heer Hertog van Marlb. niet zij gesteld noch in de Duitse noch Franse courant
van deeze stad, gelijk ik ook gemerkt heb, dat de zelve in de Leidse noch Haar
lemse gesteld is geweest. Welke zorg wel noodig is geweest, om het misnoegen,
hetgeen ik hoor dat er onder veele jegens de Gedep. te Velde en onze generaels
is geweest, niet tc doen vermeerderen, en ook om andere redenen".
VAN VRIJBERGEN AAN DE STATEN-GENERAAL
(St. G1 7346)
Londen 8 Sept. 17033 N.S.
,,Het ministerie alhier en doorgaens de geheele natie zijn van opinie, dat om
den oorlog met een nieuw effort tegens Vranckrijck voort te setten, in dese drie
navolgende saecken een redres gemaeckt, en voor de aenstaende campagne be
hoorde vastgestelt en gereguleert te werden, te weeten het geeven van meerder
authoriteyt aen den Hertog van Marlborough over het gecombineerde leeger:
Het uyt den dienst laten van den Prins Louis van Badenen dat daerenboven de
Keyser behoorde gebragt te werden tot het senden van meer secours nae Italien,
in plaetse van al sijn magt alleen tegens de Hongarische malcontenten te wenden"
VAN VRIJBERGEN AAN HEINSIUS
(Heinsius arch. 1041)
Londen 9 September
o.a.
,,Het geschreeuw van ons niet attaqueren aen d'Yssche schijnt hier al wat
over te gaen; t'sedert de brieven van onse gedeput.n te velde, van de Heeren
van Ouwerkerck en Salisch hier wat publijck geworden sijn, en dat men weet
dat de gen. Churchil door een expresse liet weeten dat hij geen passage kost
maecken, begint men al te hooren praeten met minder eensijdigheijt en pre
occupatie: eghter is hier het generale gevoelen, dat als men will offensiff
ageeren en een eynde van den oorlogh will maecken, men wat hasardeeren
moet, vooral als het ons aen geen troupes en manqueert om die te emploijeeren'
777