secours naar Keizersweert af, dat de 24e de stad wist te bereiken.
Over Breugel trok hij naar Wachtendonk, waar hij de 2^e aankwam.
Hij stond hier op ongeveer gelijke afstand van Xanthen en Keizers
weert, liet dus de vijand in het onzekere omtrent zijn plannen en
bedreigde bovendien de verbinding tussen beide plaatsen. Te
Wachtendonk had hij nog slechts 34 bataljons, 49 eskadrons en
20 stukken. Een belangrijke troepenmacht, o.a. de gardetroepen
van het 'Maison du roi' en 20 eskadrons waren n.l. in Weert, in
Peer en langs de weg Diest-Roermond achtergelaten om te zorgen
voor behouden aankomst van 's konings kleinzoon, de hertog van
Bourgondië, die de 27e te Brussel werd verwacht en zich vandaar
naar het leger zou begeven, teneinde het opperbevel op zich te
nemen.
Een verkenningsdetachement van 1000 paarden werd onder
Rosel uitgezonden in de richting van Xanthen. Bij de abdij van
Camp, zo wordt bericht, had een ontmoeting plaats met 300
Staatse ruiters, die met enig verlies op de vlucht gedreven en tot
Wezel vervolgd werden. (In Nederlandse bronnen vinden wij van
dit gevecht geen melding gemaakt.)
Te Wachtendonk ontving Boufflers bericht dat Athlone op
weg was om zich met Tilly te verenigen, waarop hij nog in de nacht
van 26 op 27 April opbrak, teneinde Tilly die, zoals men weet niet
meer dan 16 bataljons en 32 eskadrons sterk was, vóórdien te over
vallen en te verslaan.
Na een mars van hemelsbreed ongeveer 2£ km bereikte de
cavalerie tegen de middag Alphen, 10 km Z.O. van Xanthen en
C/2 uur gaans van het Nederlandse kamp, dat in voor de verdediging
gunstig terrein lag en gedekt was door een van redoutes voorziene
landweer. De Franse infanterie was door de duisternis en slechte
wegen achter geraakt en kwam eerst tegen de avond van de 27e
ter plaatse, toen het voor een aanval reeds te laat was x).
Toen de heer van Aremberg, aanvoerder van partijgangers, de
volgende morgen met een detachement de Nederlandse stelling
kwam verkennen, vond hij het kamp verlaten. Tilly had zijn artille
rie en bagage reeds van te voren weggezonden en was in de nacht
afgemarcheerd. Men zegt dat toen de Franse voortroepen Xanthen
binnen kwamen, zijn achterhoede aan de andere zijde de stad verliet.
Hoe het zij, van een achtervolging blijkt nietsnoch in Franse, noch
in Nederlandse bronnen wordt van enig achterhoede gevecht mel-
ding gemaakt. Tilly trok die dag 20 a 2^ km terug en ging tot
Voor de mars van Boufflers Pelet II, p. 11 vlg.
60