legering over bij Bedburg, een dorp tussen Kleef en Calcar, na zich,
zoals wij zagen, onderweg met de cavalerie van Athlone verenigd
te hebben. De volgende dag trok het verenigde leger, waarover
voortaan de graaf van Athlone het opperbevel voerde, terug op
een stelling tussen Kleef en Kranenburg; het hoofdkwartier werd
gevestigd in het kasteel Klarenbeek, bij Donsbrugge.
Tilly werd door de Staten hogelijk geprezen om de met beleid
en zonder verliezen ten uitvoer gebrachte terugtocht, hoewel zijn
verdienste, welbeschouwd, alleen in het tijdig ontruimen der stel
ling bestond. Zes honderd man waren te Burik, tegenover Wezel,
achtergelaten en 2 bataljons onder de brigadier Bernstorff tot
dekking van de schipbrug over de Rijn bij Xanthen. Een goede
maatregel was ook, dat Tilly alle vaartuigen naar Emmerik had
laten afvoeren. Zelfs de inhoud van de grote magazijnen te Xanthen
was door de provediteur Machado ten dele in veiligheid gebracht,
hoewel als gewoonlijk toch nog vrij veel achtergelaten had moeten
worden: volgens Pelet vonden de Fransen niet minder dan 10 ooo
zakken graan, 100 ooo rantsoenen haver en veel hooi.
Het Franse leger kampeerde tussen Xanthen en Sonsbeek, waar
het de eerste tijd zou blijven. Het is niet duidelijk waarom Bouf-
flers met zijn sterke cavalerie geen krachtiger vervolging heeft in
gezet; terecht werd hem gebrek aan doortastendheid verweten.
Berwick zegt althans in zijn mémoires'On blama fort le Maréchal,
car il auroit pu aisément battre Tilly, qui étoit de la moitié plus
foible que lui' 1). Zeker is wel, dat hij Tilly althans achter de
wallen van Nijmegen had kunnen drijven.
Met dat al was de toestand sterk in het voordeel der Fransen
gewijzigd. De geallieerden hadden, wilden zij de verbinding met
Keizersweert niet verbroken zien, een Rijnfront van 70 km te
bewaken; Gulik en het Kleefse waren de vijand prijs gegeven; de
Fransen stonden op vijandelijk (Pruisisch) grondgebied 'plunde
rende en spoliëerende alles wat sij bereiken konnen'van insluiting
van Keizersweert aan de Westzijde kon geen sprake meer zijn en
Dusseldorf, de residentie van de keurvorst van de Palts en maga
zijnsplaats van het geallieerde leger, stond bloot aan een bombarde
ment van over de Rijn.
Of dit alles door de diversies van Athlone en Coehoorn voor
komen had kunnen worden, is uit de aard der zaak bezwaarlijk uit
te maken; dat echter op de afgesproken tijd in het geheel niets
geschiedde valt moeilijk te verdedigen. Heftig beklaagde de prins
Mémoires, Parijs 1778, Dl I-174.
61