weken van het beleg 2£ doden en naar schatting een 7 gewonden
te bedragen, die bij de uitval van de 2 ie niet meegerekend. Dus een
gemiddelde van één dode en ongeveer drie gewonden per etmaal
In de nacht van 4 op Mei hadden de belegeraars aan de Hol
landse zowel als aan de Pruisische kant hun loopgraven een eind-
weegs vooruit gebracht. Blainville schrijft dan, na dit vermeld
te hebben'nous avons des deux costés fait un furieux feu sur eux
toute la nuit, qui doit leur avoir bien tué du monde, ce qui a beau-
coup accourci leur travail'. Het journaal meldt echter niet meer
dan het verlies van twee ruiters en drie paarden ten gevolge van
een kanonskogel.
De verlanglijst van Blainville in zijn brief van de 7e geeft een
indruk van hetgeen er zoal in de vesting nodig werd geacht. Hij
vraagt, behalve 20 000 pond kruit en 30 000 pond lood, nog 30 000
vuurstenen, 2000 geweren of musketten, pek en hars voor de vuur
werken, 6000 fascines, 1000 piketten en 1000 palissaden; boven
dien 'van tijd tot tijd' vlees, wijn en bier. De in de vesting aanwezige
detachementen uit Rijnberk en Venlo, waarin veel Duitsers en
Zwitsers voorkomen, wil hij door Fransen doen vervangen.
Ondanks het waterbezwaar maakten de bondgenoten tot de 7e
nog vorderingen met hun werken. De Pruisen begonnen die dag
een dubbele sappe, onder dekking van schanskorven en wolzakken,
op het glacis aan de Rijnkant; tevens bouwden zij een batterij op de
onlangs veroverde redoute van Kalkum, welke een deel van de
bedekte weg domineerde.
Nog in April had Boufflers de luit.-generaal Tallard met enige
regimenten naar het Keulse gezonden met de opdracht, de ver
dedigers van Keizersweert zo veel doenlijk bijstand te verlenen.
Reeds omstreeks 1 Mei vertoefde Tallard met zijn troepen te
Linn, dicht bij de Rijn op 8 km van Keizersweert en van hieruit had
hij het tweede secours in de stad gebracht. Daarna had hij de Rijn
verlaten met voor de geallieerden onbekende bestemming. Men
meende zelfs, dat hij op weg was naar de Elzas, om daar Catinat
te assisteren. Uit Bonn waren onder Montrevel 6 bataljons en 18
eskadrons naar Erkelens gemarcheerd; zij schenen op weg te zijn
naar Roermond. Het doel van deze bewegingen kwam echter eer
lang aan het lichtbeide afdelingen verenigden zich bij Kempen,
trokken nog enige troepen uit naburige steden aan en verschenen,
14 bataljons en 30 eskadrons sterk en van enig geschut voorzien,
de 7 e Mei tegenover Düsseldorf, bij Heerdt x).
Dopf aan Heinsius, 8 Mei; cf. Pelet II-28 vlg. Brieven van Blainville van en 7 Mei in Arch.
Nat8 Guerre A, i££$, nrs 39, resp. 89.