de generaal-majoor DomprÉ, waarbij Aremberg met 8 a 10 offi
cieren en iif man krijgsgevangen geraakte en 120 man gedood of
gewond werden. De buitgemaakte 130 paarden werden ten voordele
van de deelnemers aan het gevecht, 'bij de trompet' verkocht x).
Een dag na deze nederlaag kwam de hertog van Bourgondië,
oudste kleinzoon van Lodewijk xiv en diens vermoedelijke troon
opvolger, in het Franse legerkamp aan. Hij had de 2 ge April Ver
sailles verlaten en had enige dagen te Brussel vertoefd, waar hij door
de bevolking, die het bombardement van 169^ nog niet vergeten
was, alles behalve vriendelijk was verwelkomd. De uitgebreide
voorzorgsmaatregelen voor zijn overkomst konden nu vervallen,
zodat het leger de beschikking kreeg over het 'Maison du Roi',
benevens nog andere troepen, waardoor het thans, behalve de garde,
38 bataljons en 5-4 eskadrons telde 2).
De krachtsverhouding ten opzichte van het leger, waarover
Athlone thans commandeerde, werd hierdoor nog meer in voor
deze ongunstige zin gewijzigd. Na aankomst van de 30 eskadrons
welke hij zelf had meegebracht en 10 bataljons Engelse infanterie,
die eerst op 2 Mei aankwamen, bestond diens leger uit 26 bataljons
d.i. 13 000 man infanterie en 64 eskadrons of 8000 ruiters en
dragonders. Boufflers was dus althans aan infanterie belangrijk
sterker dan zijn tegenstander en het was bekend, dat hij nog steeds
versterking ontving. Men vreesde hetzij een bombardement van
Wezel of Düsseldorf, hetzij een poging tot ontzet van Keizersweert,
of een 'dessein' op Keulen 3).
Athlone zette alle zeilen bij om versterking te bekomen. Hij
ontbood een bataljon uit Den Bosch en een uit Grave; hij vroeg de
prins van Nassau om 8 bataljons en 12 eskadrons uit Maastricht,
en verzocht aan de Staten infanterie uit Gelderland en Overijssel te
willen zenden, aangezien hij die kwartieren met het tegenwoordige
hoge water voldoende beveiligd achtte 4). De resoluties der Staten
van g Mei geven blijk van een zeer ernstige opvatting van de toe
stand. Aan Athlone werd opgedragen, niets te ondernemen dan met
'een apparente hope van succes, zonder al te veel te hazardeeren'
hem werd tevens verzocht, de tevredenheid der Staten te betuigen
over het beleid van Tilly. Hij mocht de bataljons uit Brabant,
Athlone aan Nassau, 3 Mei 1702 (Copie in het Heins. arch. 789); Pelet II-26; Europ. Mere. 289.
2) Pelet II-27. Het 'Maison du Roi' telde normaal 13 eskadrons: op de 'ordre de bataille' van
22 April (het was toen nog niet aanwezig) komt het voor met 11 eskadrons: de chevaux-legers en
de gendarmes du roi ontbreken hier. In een brief van Chamillart aan Boufflers van 2$ April wordt
de maarschalk namens de koning op het hart gedrukt met de grootste zorg te waken voor de zeer
delicate gezondheid van de hertog van Bourgondië (Arch. Nat8 Guerre A, i££2 nr 257).
3) Athlone aan St.Gl 1 Mei 1702, met bijlage.
4) ld., Klarenbeek 4 Mei 1702.
67