dat ruiterij op weg was naar Brugge 1). Coehoorn besloot thans, zich van de Franse linies tegenover Sluis meester te maken. Dit zou ten gevolge hebben dat de aangrenzende hoek van Vlaanderen onder contributie gebracht kon worden en dat Brugge, Oostende, Blan- kenberge en de naburige forten aan aanslagen zouden bloot staan, zodat althans een deel van 's vijands leger in deze uithoek zou worden vastgehouden. Van veel belang konden de te behalen resul taten echter moeilijk zijn, aangezien, zoals een blik op de kaart leert, de mogelijkheden voor aanvullende handelingen van Sluis uit slechts beperkt waren. De 7e Mei forceerden de Nederlandse troepen de overgang over het kanaal tussen Damme en St Donaas. De eerste trokken onder het vuur des vijands over, die hier echter slechts met zwakke krachten aanwezig was, n.l. 3 eskadrons en enige infanterie, zodat de tegenstand niet veel te beduiden had, hoewel men zou menen dat het, hij de korte afstand van Brugge, toch niet moeilijk moest vallen een grotere macht op het bedreigde punt te verzamelen. Aldus kreeg Coehoorn gelegenheid, de linie tussen de forten Isabella en St Donaas in de rug aan te vallen, terwijl tegelijkertijd de kolonel Lauder haar met 3 a 400 man van Sluis uit in front be dreigde. In de linie bevonden zich een drietal stenen redoutes van zodanige sterkte dat zij zonder artillerie moeilijk te nemen waren. Bij de nadering der onzen bleken zij echter verlaten. De forten Isabella en St Donaas waren nog in 's vijands handen. Juist was een aanvang gemaakt met de insluiting van het fort Isabella, toen de ge deputeerde Scheltinga de 9e in het kamp verscheen met de op dracht, waarvan reeds boven sprake was. Coehoorn, gelijk men kan begrijpen, niet weinig ontstemd, maakte reeds aanstalten voor het wegzenden van een deel zijner troepen, toen hij de iie toe stemming kreeg, de inscheping voorlopig nog uit te stellen. Daar het fort Isabella, waarschijnlijk wegens het duinterrein, moeilijk heden opleverde voor het maken van een insluitingslinie, bepaalde hij zich tot de aanval op het fort St Donaas, terwijl hij intussen begon met het slechten van de linie en het laten springen der drie redoutes. Zijn legerplaats verschanste hij krachtig tegen een aanval van buiten, waarbij het lage terrein goed te stade kwam. Intussen was reeds de eerste Franse tegenactie losgekomen. In de nacht van 8 op 9 Mei werd vanuit de linie tegenover Flulst een verrassende en hevige aanval gedaan op het fort Zandbergen ten Oosten van de stad. Slechts aan de kordaatheid van de ter plaatse 73 x) Noyelles aan St.Gl, Bergen op Zoom Mei 1702Coehoorn aan id., in het hoofdkwartier voor het fort Isabella, 8 Mei 1702.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 95