bevelvoerende commandant en van de Nederlandse troepen was het te danken, dat de bestorming met beduidende verliezen voor de vijand werd afgeslagen x). Ijlings vroeg de commandant van Hulst versterking aan Noyelles, doch de generaal had zelf een tekort aan troepen. De drie bataljons te Bergen op Zoom moesten de stad, vijf forten (Rovere, Pijnsse, Moermont en twee aan de havenmond) en twee redoutes op de Raayberg bezetten. De zo belangrijke Scheldeforten waren met slechts één bataljon bezet. Uit Breda kon hij geen manschappen missen zolang hij niet wist met welke bestemming een colonne artillerie uit Lier was vertrokken, zoals gemeld was. (Deze maakte deel uit van het voor het leger van Boufflers bestemde convooi). Naar Hulst zond hij desondanks nog 80 man, meer dan hij eigenlijk kon missen. Gelukkig echter bleven verdere Franse aanvallen hier achterwege 2). De 1 2e begon de actie tegen St Donaas. Zij bestond voornamelijk in een overstelpend artillerievuur. Aangezien het fort aan de Oost zijde van het kanaal naar Brugge niet kon worden ingesloten had de vijand vrije toegang, terwijl de aanval slechts over twee dijken kon geschieden. De bezetting wachtte desondanks de storm niet af en verliet in de nacht van 15- op 16 Mei het werk, vier 'schoone me- taale stukken een mortier en vrij veel munitie achterlatende 3). De gebouwen in het fort lagen in puin. Op de zelfde dag waarop Coehoorn de actie tegen het fort St Donaas inzette, trok Bedmar Vlaanderen binnen om het hoofd te bieden aan de 'diversie'. Het mobiele gedeelte van zijn troepen was tot nog toe in een kamp bij Antwerpen gelegerd geweest, ter sterkte van 1^ bataljons en 1^ eskadrons4). Reeds kort nadat Coehoorn uit Hulst op mars was gegaan, n.l. in de nacht van 4 Mei, waren volgens ingekomen spionnenberichten vijandelijke re gimenten over de Antwerpse brug naar Vlaanderen getrokkener zouden toen reeds 8 bataljons en 6 regimenten ruiters gepasseerd zijn. Latere berichten meldden het overtrekken van troepen op de 8e. Wellicht waren dit de troepen die de aanval op Hulst hebben ondernomen. Onze kondschappers hadden trouwens 8 Mei een Franse aanval op de 9e voorspeld. Bij dit alles is het opmerkelijk dat Bedmar eerst de 1 ie met een 74 Over deze, tot nog toe weinig bekende aanval (Eur. Mere. 290, Lamberty II-,07) vindt men een uitvoerig relaas m een brief van de commandant van Hulst, Willem Hille, aan de St.Gl 9 Mei 1702 (Dt.Cjl 4996). v J 2) Noyelles aan St.Gl, Bergen op Zoom, 10 Mei 1702. 2 290 CJ°eh00rn aan St"G1' St Donaas> 16 O" (St.Gl, 2e lias lopende ,702). 3) Zie Pelet 11-2 2 en de staat p. 481 aldaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 96