Ook deze divisiecommandant had niet kunnen voldoen aan het verzoek om versterkingen naar het oosten te zenden. Bij zijn terugkeer te Vucht was de toestand, zoals hierboven beschreven, die het begin vormde van de oplossing van de Peeltroepen. Onder verwijzing naar Onderdeel B zij hier slechts vermeld, dat op 11 Mei de Franse le Lichte Gemechaniseerde Divisie oprukte naar de lijn Turnhout - Til burg, met verkenningen vooruit en dat de commandant daarvan uit Tilburg een verkenningsafdeling zond naar de Moerdijkbruggen. Een Verkenningsgroep rukte ten westen van die divisie op naar Breda en be zette de lijn Tilburg - Oosterhout. Een tweede verkenningsgroep, die over Zeeland was gezonden, begon eerst in de avond van 11 Mei de opmars over Bergen op Zoom naar het noorden. Het was de bedoeling geweest, dat deze twee groepen, onder bevel van de kolo nel, die op 10 Mei te Middelburg was aangekomen met laatstbedoelde groep, op de noordvleugel van de le Lichte Gemechaniseerde Divisie zouden optreden, hetgeen niet tot zijn recht kwam, eensdeels tengevolge van de bezetting van de Moerdijkbruggen door de Duitsers en voorts doordat de Zeelandgroep te lang in Zeeland bleef en eerst 12 Mei de Mark en Dintel bereikte. Tegen de oprukkende Franse troepen in bewogen zich, voornamelijk langs de weg Tilburg - Breda, doch eveneens ten N. en ten Z. daarvan, Nederlandse troepen, meestal gedesorganiseerd en in min of meer grote groepen, die volgens aanwijzingen onderweg van politietroepen en van enkele commandanten zich begaven naar de omgeving van Gilze-Rijen, Breda en Roosendaal. De Duitse luchtmacht bombardeerde zowel Nederlandse als Franse troepen bij Best, Tilburg, Breda en Roosendaal, hetgeen vrijwel tot de algehele oplossing van de Peeltroepen leidde, die zich de volgende dagen verder verspreidden, en terugtrokken in de richting van de Vg.Holland (over Keizersveer), in de richting België en in de richting Zeeland en geheel verspreid over een groot oppervlak hier en daar de nacht doorbrachten. De T.B.N.Br. had zijn stafkwartier reeds doen inrichten te Princenhage, van waar dit echter onder de invloed van luchtbombardementen naar het westen vertrok. Toen de kolonel, die feitelijk nog slechts rechtstreeks contact had gehad met een van zijn onder commandanten, in de avond te Princenhage aankwam, vond hij daar slechts losse onderdelen, doch geen staf meer en was hij alle leiding kwijt. De commandant van de Franse groep, die naar de Moerdijkbruggen was ge zonden, had contact met C.-6 G.B. gekregen, doch zijn actie vooralsnog bepaald tot verkenningen. In de namiddag kreeg hij echter versterking van een eenheid, die het escorte vormde van de voor 's-Gravenhage bestemde generaal Mittelhauser en Moerdijk en Geertruidenberg moest verkennen. Daarop zouden de beide groepen tezamen een aanval uitvoeren, doch deze werd in de kiem gesmoord door een Duits luchtbombardement op Zevenbergen en Zevenbergschen Hoek, waardoor de Fransen van hun rechtstreekse terugtochts- weg werden afgesneden en langs omwegen op Breda terugtrokken. 84

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 104