De aanval van de Duitsers met luchtlandingstroepen had bijzondere gevolgen ten aanzien van de evacuatie van de burgerbevolking en vee. De strijd bij Moer dijk, Dordrecht en Rotterdam maakte het onmogelijk, de bevolking uit de stellinggebieden van het Veldleger af te voeren naar Zeeland, terwijl vanzelf sprekend de Noordelijke provinciën geheel uitvielen als evacuatiegebied. Dit had tot gevolg, dat geëvacueerde bevolkingsgroepen uit het zuidelijke deel der Valleistelling en uit de Betuwe terecht kwamen in het gebied ten N. van de Lek, die aan boord van de evacuatieschepen moesten blijven of in de dorpen werden samengedrongenhetzelfde gold voor de Alblasserwaard. Voor de evacuatie van de bevolking van Amersfoort e.o. moesten nieuwe vlucht oorden worden gezocht en Noord-Holland werd hiervoor en voor de bevolking uit het inundatiegebied van het noordelijk deel van het Oostfront van de Vesting Holland het enige beschikbare gebied x). De O.L.Z. gaf de volgende bevelen. Te 8.30 gaf hij opdracht aan de C.V., de afdeling 10 veld van III L.K. ter be schikking van Lt.Div. te stellen. Te 8.45 gaf hij machtiging, de bruggen bij Hedel en Zalt-Bommel te vernielen2). Te 10.00 werd het waarschuwingsbevel gegeven voor evacuatie van de bevolking van Amersfoort, Zeist en Driebergen en te 17.00 volgde het uitvoeringsbevel. Na voorafgaand overleg werd te 19.00 aan de C.V. opgedragen, de evacuatie in het Lingegebied te doen uitvoeren naar vluchtoorden binnen zijn eigen operatiegebied. Omstreeks 12.00 ontving de C.V. het reeds eerder vermelde bevel, om twee bataljons infanterie en een motorbatterij artillerie naar Rotterdam te zenden. Kort daarna ontving de C.V. opdracht, alle pantserwagens naar 's-Gravenhage te zen den 3). Hoe de toestand te 's-Gravenhage bij de O.L.Z. werd gezien, blijkt uit een be waard gebleven aantekening van de C.V., bevattende de inhoud van een telefo nisch van de O.L.Z. ontvangen inlichting en die inhield, dat in de stad de 5e Co lonne optrad, dat een aanval op het hoofdbureau van politie plaats had met Duitse en Nederlandse geweren, dat een postbode was doodgeschoten, dat een gevecht met 100 man plaats had bij de Suezkade; voorts, dat burgers en personen in Neder landse uniformen aan de strijd deelnamen op korte afstand 4); tenslotte dat, indien 88 1) De evacuatie van de burgerbevolking en de afvoer van het vee is uitgebreid behandeld in het boek: „Evacuaties in Nederland 1939 - 1940", van J. Koolhaas Revers, uitgegeven door het Mini sterie van Binnenlandse Zaken en gedrukt bij het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf te 's-Gra- venhage 1950. Bovendien is bij de beschrijving van de strijd in Deel II e.v. het nodige over de evacuaties ver meld. 2) De brug bij Hedel was reeds te 8.00 vernield op bevel van C.-III L.K., terwijl de brug bij Heus- den voorbarig op last van een eskadronscommandant was opgeblazen. 3) De C.V. ontving toestemming, een peloton achter te houden, dat nog buiten de stellingen van IV L.K. optrad en zond de andere pelotons en een sectie (verouderde) pantserwagens weg. Aan het Veldleger en het Oostfront waren hiermede onttrokken acht bataljons en twee batterijen artillerie voor 's-Gravenhage en Rotterdam, drie pelotons plus een sectie pantserwagens voor 's-Gra- venhage. 4) Zie ook het legerbericht Nr. 1 van 11 Mei, bijlage A.III.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 108