Korte tijd later is ook de 5e periode bevolenHet spreekt van zelf, dat de evacuatie hierdoor en door de strijd in Zuid-Holland ernstig werd beinvloed en het gevolg was, dat behalve naar Noord-Holland, grote bevolkingsgroepen samen stroomden te Utrecht en Jutphaas, in het gebied langs de Oude Rijn tot Voorburg toe, in het gehele gebied tussen Oude Rijn en Lek en in de Alblasserwaard. Alles bij elkaar genomen begon de toestand zorgelijk te worden. Uit het vorenstaande volgt, dat de O.L.Z. deze dag geen beslissingen van be langrijke aard kon nemen. Zijn voornaamste reserve, het I L.K., was nog steeds in de strijd gewikkeld. Hij onttrok 1 R.H.M. aan C.-Vg.Holland en dirigeerde dit regiment naar Leiden als snel verplaatsbare reserve 2). In de voormiddag gaf hij bevel, de (in Zuid-Holland niet nodige) batterijen van het Veldleger weder naar hun plaats van herkomst terug te zenden. Zoals wij zagen zond hij de Kantonnementscommandant te Rotterdam des kundige hulp en zond hij een hoofdofficier uit om contact met de Fransen te maken. In de loop van de dag berichtte de C.Z. de aankomst van delen van de Peel Div. in Zeeland, waarvan hij reorganisatie had bevolen. In de avond vertrok het Prinselijk gezin met een gepantserde auto van de Neder landse Bank onder escorte naar IJmuiden, waar het zich te 23.00 inscheepte op de Engelse torpedobootjager H.Ms. Codrington, die de vorstelijke personen onder begeleiding van enige Engelse torpedobootjagers 3) naar Engeland overbracht. Door Regering en Opperbevelhebber werd in de loop van de dag de noodzake lijkheid overwogen van het vertrek van H.M. de Koningin naar een veiliger plaats. De O.L.Z. achtte dit toen nog niet strikt noodzakelijk en H.M. hield zich aan zijn oordeel4). De O.L.Z. koesterde nog steeds de verwachting, dat de Franse troepen een krachtige actie tegen de Moerdijkbruggen zouden uitvoeren. Aan deze hoop werd echter de bodem ingeslagen, toen te 23.00 een uitzending van radio Bremen werd opgevangen, waarin de Duitse legerleiding bekend maakte, dat Duitse pantser troepen de Moerdijkbruggen hadden bereikt en de Vesting Holland binnen drongen. 98 0 De gang van zaken is niet geheel duidelijk. De C.V. verzocht C.-Vg. Holland te ongeveer 20.15, de inundatie ten N. van de Lek tot de 4e periode, die ten Z. van de Lek tot de 3e periode te stellen. 2) De bedoeling hiervan blijkt niet uit de voorhanden gegevens. 3) Het Prinselijk gezin kwam reeds 21.30 te Velsen Oost en werd met de pont overgevoerd naar de Noordersluis, waarbij de manoeuvre voor het binnenlopen der ponthaven driemaal mislukte door de duisternis en de stroom. Duitse watervliegtuigen wierpen twee mijnen (buiten het vaarwater) in het oostelijk spuisluiskanaal. Gedurende het vertrek wierpen Duitse vliegtuigen mijnen in de buitenhaven. Later in de nacht is (vermoedelijk door een dezer mijnen) het s.s. van Renselaar ver ongelukt. Spoedig na vertrek van de Codrington is het Engelse S.S. Dotteral met Engelse vluchte lingen naar Engeland vertrokken. 4) Voor de gang van zaken wordt verwezen naar Deel 2 v/h verslag v/d Enquêtecommissie Regerings beleid 1940 - 1945.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 118