stonden enige panieken, die gedeeltelijk konden worden bezworen en C.-Groep Kil organiseerde een tegenstoot om de over de Kil gedrongen Duitsers terug te slaan. Bij 3 G.B., dat de noordvleugel aan de Oude Maas vormde, brak een paniek uit, die leidde tot het geheel los laten van de Oude Maas, terwijl berichten er op schenen te wijzen, dat de Duitsers deze reeds hadden overschreden. C.-Groep Kil, die reeds tevoren machtiging had ontvangen om, indien nodig, terug te trekken, zag zich nu genoodzaakt op het Spui terug te trekken. In Rotterdam deed de Kantonnementscommandant de bezetting van de ver schillende fronten reorganiseren en trachtte hij reserves te vormen. Na te 0.30 van de O.L.Z. bevel te hebben ontvangen, het Duitse bruggenhoofd door een aanval te doen verwijderen, de noordelijke landhoofden van de bruggen te bezetten en zo mogelijk springladingen aan de bruggen te doen aanbrengen, werd een aanval uitgevoerd, die mislukte, deels als gevolg van onjuiste opzet. Ter uitvoering van eveneens ontvangen bevelen werden verschillende bruggen om de stad en het spoorwegviaduct bij het Beursstation ter vernieling voorbereid. De Kantonnementscommandant, die door berichten van de politie op de noor delijke Maasoever op de hoogte kwam van de aankomst van pantsertroepen, deed door de te zijner beschikking gestelde hoofdofficier aan de O.L.Z. vragen, wat de taak van de troepen te Rotterdam was, daar met de hardnekkige verdediging het lot van de stad was gemoeid. De O.L.Z. droeg persoonlijk per telefoon de Kan tonnementscommandant op, tot de laatste man stand te houden. Aanvallen uit de stad op Overschie leidden niet tot resultaat, daar de uit noorde lijke richting begonnen aanval niet werd doorgevoerd tengevolge van het vormen van een pantserfront. In de nacht van 12/13 Mei was besloten, de benzine- en olieinstallaties te Pernis te vernietigen. De D.E.V. zond het codewoord „Irene" uit aan de directie te Pernis en aan de commandant van het Vaartuigen depot te Rotterdam, hetgeen betekende, dat de installaties konden worden vernietigd. Als gevolg hiervan vertrokken het Nederlandse geniedetachement en de Engelse vernielingsploeg uit Rotterdam naar Vlaardingen, vanwaar zij in ploegjes naar Pernis werden overgebracht. Aldaar was de compagnie bewakingstroepen, die op 12 Mei versterking had gekregen van een klein deel van de daartoe aangewezen compagnie uit de veld- legertroepen, in de morgen aangevallen door een Duitse afdeling uit oostelijke en zuidelijke richting, welke aanval was afgeslagen ten koste van enige doden en ge wonden. Na aankomst in de namiddag van de vernielingsploegen werden de olie- en benzinevoorraden in brand gestoken, waarna de bewakings- en vernielingstroepen vertrokken, de Engelsen naar Hoek van Holland, de Nederlanders naar Rotterdam. Ten N. van de Nieuwe Maas - Nieuwe Waterweg had het volgende plaats. Bij Valkenburg en Wassenaarse slag wijzigde de toestand zich niet. Het Westland was vrijwel door de vijand ontruimd. C.-Vg.Holland droeg de Positiecommandant te Hoek van Holland op, het Staalduinse bos van vijand te 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 122