In Noord-Brabant drongen de Duitsers de Franse troepen verder terug op de Belgische stellingen ten N. van Antwerpen, terwijl zij de hals van Zuid-Beveland bereikten en afsloten. In de namiddag stelden de Duitsers een ultimatum tot overgave van Rotterdam. Hangende de onderhandelingen daarover werd de stad gebombardeerd. Ongeveer tegelijkertijd werd ook een ultimatum tot overgave tot de Comman dant van de Groep Utrecht van het Oostfront-Vg.Holland gericht, terwijl in uit de lucht afgeworpen strooibiljetten met vernietiging van de stad door luchtbom bardement werd gedreigd. Een en ander was voor de O.L.Z. aanleiding, de strijd te doen staken, uitge zonderd in Zeeland, waar Franse troepen, tezamen met Nederlandse, aanwezig waren. De gang van zaken op deze droevige 14e Mei zal thans meer gedetailleerd worden nagegaan. Op het Algemeen Hoofdkwartier meldde zich te ongeveer 7.30 de Franse mili taire missie, die op 10 Mei was aangekondigd, doch 's-Gravenhage niet via Noord- Brabant had kunnen bereiken en ten slotte uit Duinkerken over zee naar IJmuiden was gebracht met een Franse torpedobootjager1). Toen de leider van de missie kort daarna vernam, dat de mogelijkheid op het neerleggen van de wapens bestond, trad hij in verbinding met de Chef Marinestaf, ten einde door diens bemiddeling weder naar Frankrijk te kunnen terugkeren. Zoals hiervóór werd uiteengezet, had de Chef Marinestaf besloten, zich als Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar Engeland te begeven, zodra vast stond, dat de toestand hopeloos was. Te ongeveer 8.00 belde hij de O.L.Z. op, ten einde de laatste berichten omtrent de toestand te vernemen. De O.L.Z. deelde persoon lijk mede, dat de toestand zeer slecht was, waarop de admiraal te kennen gaf, dat hij zou vertrekken. De O.L.Z. heeft dit zonder verder commentaar aanvaard. Daarop gaf de admiraal order, dat de Z. 5 (die in Rotterdam had gestreden en naar Den Helder was gezonden om munitie bij te laden) voor Scheveningen moest komen. Vervolgens vervoegde zich de Franse missie bij hem, welke hij toezegde, haar in veiligheid te zullen brengen. 109 0 De missie, die zou worden gepresenteerd door général d'armée Mittelhauser met als toegevoegd officier lieutenant-colonel Wixsback, bestond uit général de divison Lascroux, colonel de Lespinasse- Fonsegrive (die vroeger militaire attaché in Nederland was geweest) en lieutenant-colonel Moreau. De missie, had na vergeefs te Breda getracht te hebben, naar het N. te komen, dit eveneens tevergeefs geprobeerd te Vlissingen en had zich in de avond van 13 Mei ingescheept in Duinkerken op de torpedobootjager Cyclone, die begeleid door de Sirocco voor IJmuiden kwamen, waar een bewakings vaartuig de missie aan land had gebracht. De Chef Marinestaf had daarop een auto met escorte naar IJmuiden gezonden, om de missie naar 's-Gravenhage te brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 129