Lekacces Op het Lekacces-noord werden op last van C.-Brig.B door C.-III-2 R.I. twee officieren als parlementairs uitgezonden en als gevolg daarvan verscheen te onge veer 19.00 een Duitse S.S. troep, onder bevel van een Hauptmann. De op het acces aanwezige troepen, nl. III-2 R.I., 11 G.B. en de resten van 19 R.I., werden naar Wijk bij Duurstede geleid en ondergebracht. In strijd met de eerder gegeven verzekering, dat zij zouden worden vrijgelaten, werden deze troepen op 15 Mei naar Arnhem en vervolgens naar Duitsland af gevoerd. Kornwerderzand Een vierde plaats, waar het contact met de vijand werd opgenomen, was de Stelling van Den Helder. De Commandant van die stelling gaf bevel aan de Commandant van het de tachement Kornwerderzand om aan de Duitsers mede te delen, dat de wapens werden neergelegd. De detachementscommandant begaf zich daarop zelf naar voren en keerde eerst toen het reeds donker was met enige Duitse officieren terug. Intussen verschenen te 20.15 Duitse vliegtuigen boven Den Helder, die bommen wierpen in de omgeving van Oostbatterij, waar de commandopost van de Stelling commandant was gevestigd. Dit bombardement duurde zeventig minuten en kostte 22 Nederlanders (mili tairen en burgers) het leven. Aangezien van Nederlandse zijde het bevel, de strijd te staken, was uitgevoerd, ontstond er, zoals te begrijpen is, grote verontwaardi ging l). De detachementscommandant van Kornwerderzand deelde na terugkeer tele fonisch aan de Stellingcommandant mede, dat de Duitse bevelhebber hem wenste te spreken over de voorwaarden van overgave. In de nacht begaf deze zich, vergezeld van zijn chef van de staf, per auto naar Kornwerderzand en, daar de brug over de sluizen was vernield, per bootje naar de kop van de Afsluitdijk, vanwaar met een Duitse legerauto naar de commando post van de Duitse C.-le Cav.Div. te Sneek werd gereden. De Duitse generaal informeerde, waar het op de Duitse artillerie afgegeven vuur vandaan was gekomen en wat de ontploffingen te Den Helder betekenden; blijkbaar wist hij niet, dat er een Duits bombardement had plaats gehad. Hij stelde de eis, dat alle Nederlandse militairen binnen 24 uur te Harlingen werden ver- 117 1) Er zijn geen gegevens voorhanden, waaruit de gang van zaken aan Duitse zijde blijkt. Waarschijnlijk waren hiertoe bevelen gegeven, vóórdat bericht van het neerleggen der wapens was ontvangen. Aangezien de luchtactie tegen de haventoegangen was opgedragen aan een vlieger korps, dat bij herhaling luchtaanvallen uitvoerde op de Nederlandse haventoegangen, stond deze waarschijnlijk buiten de bemoeienis van de bevelhebber der in Friesland staande Cavaleriedivisie, hetgeen zijn hierna weergegeven vraag aan de Stellingcommandant begrijpelijk zou maken. Ook in IJmuiden zijn in de avond nog mijnen afgeworpen. De Commandant van de Stelling Den Helder heeft het gebeurde gerapporteerd aan de O.L.Z. en deze heeft het blijkbaar aan de Duitse Gezant medegedeeld, zoals blijkt uit het eerder genoemde radiobericht, dat laatstgenoemde heeft doen afzenden naar Berlijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 137