onder leiding van generaal Mittelhauser, die naar 's-Gravenhage werd gebracht
met een vandaar gezonden auto en escorte.
De Commandant van de Eng. torpedobootjager H.Ms. Vesper, die daarop
binnen kwam, bracht de order tot onmiddellijke vernieling van de olievoorraden
te Amsterdam, waartoe echter eerst op bevel van de O.L.Z. te 10.00 werd over
gegaan.
Later kwam nog de Engelse jager El.Ms. Havock, die na enige tijd vertrok met
een aantal ambtenaren van het Departement van Koloniën.
Te 14.00 arriveerde het ss. J. P. Coen van de Mij. Nederland, dat door de
Positiecommandant was ontboden, ten einde daarmede de haven te kunnen ver
sperren.
Tezelfder tijd kwam bevel van C.-Vg.Holland om de infanterie stelling te doen
nemen met front-noord in de lijn Wijk aan Zee - Hoogovens - Velserspoorbrug,
waarmede de Positiecommandant C.-42 R.I. belastte.
Vervolgens ontving hij te 15.45 het bevel van de Chef Marinestaf om de ver
nielingen en versperringen uit te voeren en het marinepersoneel en materieel naar
Engeland te zenden.
De Positiecommandant deed nu door het Engelse vernielingsdetachement en
Nederlands marinepersoneel de vernielingen uitvoeren en de toegangen tot het
Zuidertoelatingskanaal door schepen versperren, terwijl de bewegingsinrichtingen
en de draaipunten der sluisdeuren met springstof werden vernield. De Hoogovens
werden stilgelegd en door vernielen van de pompinstallaties voor geruime tijd
buiten werking gesteld.
Voorts werden nog tal van andere vernielingen uitgevoerd.
De Engelsen gingen bij de uitvoering van hun taak niet steeds al te nauwkeurig
te werk. Zo werden van enige sleepboten, die goede diensten hadden kunnen
bewijzen bij het verslepen van de J. P. Coen en het wegvoeren van personeel,
op hun last de machineinstallaties onbruikbaar gemaakt.
Terwijl deze werkzaamheden aan de gang waren, kwam te 18.30 van C.-West-
front het bevel voor het neerleggen der wapens, waarop de Positiecommandant
trouwens door mededelingen uit het Stafkwartier van Chef Marinestaf reeds was
voorbereid.
Hij kwam door het bevel echter in een moeilijk parket, doch besefte het grote
belang van het wegzenden van marinepersoneel en materieel en van het uitvoeren
der vernielingen en havenversperringen en besloot, daarmede door te gaan.
Vóór het capitulatiebericht kwam, was te 16.00 een transport van 300 Duitse
krijgsgevangenen aangekomen, dat was ingescheept op het s.s. Texelstroom en
nog te 17.00 naar Engeland was vertrokken.
Bovendien was een stroom Joodse vluchtelingen aangekomen, welke nog steeds
aanhield. In de loop van de middag en avond konden deze nog gedeeltelijk worden
ingescheept en weggezonden.
C.-42 R.I. was nog bezig met de uitvoering van zijn taak, toen hij de capitulatie
order vernam. Dit aanvankelijk niet vertrouwende, deed hij de opdracht uitvoeren,
doch nam contact op met de Positiecommandant, die het deed voorkomen alsof
120