hij die order niet geloofde en hem opdroeg, tenminste tot 24.00 stand te houden.
De Positiecommandant wees de Commandant van het Detachement kustartille-
rie als zijn opvolger aan, lichtte deze in en gaf hem opdracht, de vuurmonden en
munitie onbruikbaar te maken en met zijn personeel het landfront nog tot 24.00
bezet te houden.
Hij deed de gereedgemaakte trawlers, boeienschepen, bewakings- en kustvaar
tuigen met het merendeel van het marinepersoneel en het vernielingsdetachement
naar buiten varen. Zelf nam hij toen de leiding van het verslepen en tot zinken
brengen van de J. P. Coen, waarop springladingen door een groep Engelse en
Nederlandse marinemannen tot ontploffing moesten worden gebracht.
Om de Coen te verslepen had hij tengevolge van het onbruikbaar maken der
sleepboten nog slechts de beschikking over de kleine havensleepboot Atjeh en een
inderhaast nog gereedgemaakte mijnenveger. Met veel moeite en overleg gelukte
het, dit schip tussen de pieren tot zinken te brengen.
Intussen kwam C.-42 R.I. er door telefonische informatie op het A.H.K. ten
slotte achter, dat de wapens moesten worden neergelegd en toen hij er niet meer
in slaagde, verbinding met de Positiecommandant te verkrijgen, deed hij voor zijn
troep de wapens neerleggen.
De Positiecommandant vertrok met de enige nog ter beschikking staande haven
sleepboot, die overvol was met personeel en waarop zich ook de commandant van
het Engelse vernielingsdetachement onder commander Goodenough bevond, te
23.00 naar buiten.
Uit het vorenstaande blijkt, dat de gehele avond, dus lang nadat de O.L.Z. de
capitulatie had bevolen, een aantal marineschepen met personeel is weggezonden,
vernielingen zijn uitgevoerd en de haven is versperd. De haven was daardoor voor
gebruik door de Duitse marine onbruikbaar, behalve voor klein materieel.
Een groot voordeel was, dat nagenoeg de gehele te Amsterdam aanwezige han
delsvloot gedurende de oorlogsdagen was uitgevaren. De Positiecommandant
werd later vanwege zijn optreden onderscheiden met de distinguished service order.
Positie Hoek van Holland
Hoek van Holland werd in de morgen door een Duits luchtbombardement ge
teisterd, dat tot in de middag voortduurde en vele slachtoffers maakte.
De oudste commandant van de Engelse jagers ontving bericht van de Engelse
admiraliteit, dat in de nacht van 14 op 15 Mei nog een bataljon naar Hoek van
Holland zou worden gezonden.
Dit plan heeft men laten varen, toen de Britse missie te 's-Gravenhage berichtte,
dat de verdediging dreigde ineen te storten.
De admiraal te Dover gaf daarop enige Britse jagers opdracht, zich naar Hoek
van Holland te begeven, ten einde de Britse troepen te kunnen evacueren. Deze
schepen kwamen op verschillende tijdstippen binnen.
De Marine-attaché te 's-Gravenhage, die per motorreddingboot te Scheve-
ningen zee had gekozen, werd door een jager afgehaald en naar Hoek van Holland
gebracht, vanwaar hij op een ander schip naar Engeland vertrok.
121
NIMH
|
1957
|
|
pagina 141