Walcheren, Zuid- en Noord-Beveland Op 11 Mei had op het Hoofdkwartier van de C.Z. een bespreking plaats met de Franse militaire- en marinecommandanten, waaruit bleek, dat deze weinig waarde hechtten aan de Zanddijkstelling met het kanaal door Zuid-Beveland in de rug en dat generaal Durand bevreesd was, dat de Duitsers, na voorafgaande ver meestering van Tholen, een aanval over de Oosterschelde zouden uitvoeren. Als gevolg van de Franse aandrang stemde de C.Z. erin toe, dat een bataljon uit de Zanddijkstelling werd verplaatst naar de omgeving van Wemeldinge en, in aansluiting aan het reeds meer westelijk aanwezige Franse bataljon, de oever van de Oosterschelde bezette. Schout bij nacht Platon, die in de nacht van 11 op 12 Mei weder naar Duin kerken was vertrokken, keerde op 12 Mei naar Vlissingen terug en vestigde aldaar zijn commandopost. C.-68e Div. (generaal Beaufrere), die weinig vertrouwen had in generaal Durand, had Schout bij nacht Platon op diens doortocht door Zeeuwsch Vlaanderen verzocht, zo nodig het commando op Walcheren over te nemen en als gevolg hiervan oefende hij de supervisie uit over generaal Durand's troepen, hoe wel deze feitelijk na aankomst op Walcheren niet meer onder zijn bevel stonden. De samenwerking tussen de C.Z. en Schout bij nacht Platon was uitstekend, doch die met generaal Durand was minder goed. Franse jagers patrouilleerden in de Zeeuwsche wateren, o.m. via de Ooster schelde naar het Hollandsch Diep en een daarvan nam op 13 Mei Duitse troepen verplaatsingen over de Moerdijkbrug waar. Op 11 Mei werd in verband met de algemene toestand door het Franse opper bevel besloten, de hoofdmacht van het 7e Leger niet verder naar Noord-Brabant te doen oprukken. Toen daarna op 13 Mei de in Noord-Brabant aanwezige Franse troepen in zuidelijke richting moesten worden teruggenomen, werd op bevel van C.-7e Leger een sterk gemengd detachement van de 60e Divisie in de nacht van 13 op 14 Mei naar Zuid-Beveland overgezet, onder bevel van kolonel Guihard, de infanteriecommandant van die divisie. Dit detachement ontving opdracht, het kanaal door Zuid-Beveland te bezetten en te verdedigen en de Nederlandse troepen in de Zanddijkstelling werden onder bevel van deze kolonel gesteld. De C.Z. wist te bewerken, dat het bij Wemeldinge aan de Scheldeoever geplaat ste Nederlandse bataljon zijn plaats in de Zanddijkstelling weder kon innemen en dat een Frans bataljon de bewakingstaak aan de Oosterschelde overnam. De batterij luchtdoelartillerie (2,5 cm) van het detachement Durand werd naar Goes verplaatst. Ook kolonel Guihard had weinig waardering voor de Zanddijkstelling en stelde zijn troepen achter het kanaal op, dat zich voor verdediging echter slecht leende. C.-68e Divisie bezocht op 15 Mei Middelburg, vond de maatregelen van gene raal Durand onvoldoende, doch kon niet zelf ter plaatse het commando nemen en daarom werd in overleg met C.-60e Divisie (generaal Deslaurens) en met schout bij nacht Platon besloten, dat generaal Deslaurens het bevel over de verdediging 131

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 151