te land op Zuid-Beveland en Walcheren zou nemen, terwijl schout bij nacht
Platon het bevel over de zee- en luchtstrijdkrachten zou (blijven) voeren.
Op 14 Mei stonden de Franse en Nederlandse troepen op deze beide eilanden
dus als volgt opgesteld
- Bathstellingeen Nederlands grensbataljon zonder artillerie1).
- Zanddijkstelling: drie Nederlandse bataljons, gesteund door twee Afdelingen
artillerie.
- Kanaal door Zuid-Beveland: een versterkt Frans regiment infanterie met twee
bataljons aan het kanaal, een bataljon als flankbeveiliging aan de Oosterschelde-
oever, met als reserve te Kapelle een verkenningsafdeling en met artilleriesteun
van twee Afdelingen van 7,5 cm. Een batterij luchtdoelartillerie stond opgesteld
noord van Kapelle en een batterij noord van Goes.
- Walcheren en noordkust van Zuid-Beveland: een Frans regiment infanterie,
gesteund door een Afdeling artillerie, alsmede detachementen lichte troepen,
genie en verbindingsdienst.
Alvorens nu het verloop van de strijd mede te delen moet gewezen worden op
de factoren, die van invloed waren geweest op het moreel van de Nederlandse
militairen, op de aankomst van Peeltroepen en op verschillende verplaatsingen.
De stellingtroepen bevonden zich van 10 Mei af bij voortduring in hun stellin
gen, niettegenstaande de vijand eerst op 14 Mei vóór de Bathstelling verscheen.
De verplaatsing van een bataljon uit de Zanddijkstelling en twee dagen later
de terugkeei in die stelling hadden dit bataljon zeer vermoeid en tweemaal allerlei
verschuivingen binnen de stelling ten gevolge gehad.
Van 12 tot 14 Mei waren gewapende en ongewapende groepen Peeltroepen en
-treinen met allerlei vervoermiddelen uit Noord-Brabant door Zuid-Beveland naar
Walcheren getrokken, die met hun verhalen onrust hadden gezaaid.
Op 14 Mei werd het vertrek van H.M. de Koningin en de Regering bekend, ter
wijl in de avond van die dag eveneens de capitulatie van het leger buiten Zeeland
werd vernomen en aanvankelijk twijfel rees, of in Zeeland moest worden doorge
vochten of niet.
Wat de Peeltroepen betreft, was het lot van C.-Peel Div. volkomen onbekend
en de C.Z. had op 12 Mei telefonisch verbinding gekregen met diens staf te Bergen
op Zoom, waarbij zich C.-30 R.I., de oudste der vakcommandanten uit de Peel-
Raamstelling, bevond, die op zijn aanwijzing naar Middelburg was gekomen. De
Peeltroepen werden doorgezonden naar de dorpen in het noordelijk deel van
Walcheren en moesten op last van C.Z. door C.-30 R.I. (die werd bijgestaan door
C.-27 R.I., eveneens uit de Peel-Raamstelling afkomstig) worden gereorganiseerd.
Een groot aantal onderdelen uit Noord-Brabant was via België in Zeeuwsch
Vlaanderen terecht gekomen en een deel daarvan kon nog naar Walcheren worden
overgezet.
132
Daar op 10 Mei Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau, evenals Hr.Ms. Flores waren weggezonden,
ontbrak de steun van de scheepsartillerie, die vóór de Bathstelling zou worden gegeven.