De reorganisatie der Peeltroepen vorderde slecht, in de eerste plaats door het lage moreel en de bandeloosheid van een deel van die troepen, doch verder, doordat C.Z. spoedig bevel gaf voor verplaatsing van enige gewapende detachementen naar Middelburg, Noord-Beveland, Zeeuwsch Vlaanderen en Schouwen en door dat hij op 15 Mei de afvoer van de ongewapenden naar Zeeuwsch Vlaanderen beval. Daar de overzetmiddelen voor de Franse troepen nodig waren, konden van de naar Vlissingen in mars gezette groepen echter slechts ongeveer 500 man worden afgevoerd. Toen de strijd Zeeland naderde, was de wenselijkheid gebleken, om Noord- Beveland te bezetten en de noord- en oostkust daarvan te versterken, waartoe de tachementen uit de Peeltroepen en enkele compagnieën uit Zeeuwsch Vlaanderen en van de op Walcheren aanwezige troepen, onder een uit Zeeuwsch Vlaanderen aangetrokken bataljonscommandant waren aangewezen. Vóór het uitbreken van de oorlog was het evacueren van de vliegscholen naar Frankrijk of Engeland overwogen en, voor zoveel dat zonder besprekingen met buitenlandse autoriteiten mogelijk was, voorbereid. Nadat de verbinding met C.-Lvd. was verbroken, is op 14 Mei nog contact met een officier van het A.H.K. verkregen, die op de vraag of de vliegscholen konden vertrekken, bevestigend ant woordde. Daarna zijn op 14 Mei 46 instructeurs en leerling-vliegers met 23 vlieg tuigen van de vliegschool Vlissingen door de lucht gezonden naar het vliegveld Berck sur mer (Pas de Calais), waarheen het overige personeel en materieel van deze school op 15 Mei per auto volgde 1). Wij zullen nu het verloop van de strijd op Zuid-Beveland en Walcheren be handelen. In de Bathstelling was de verplaatsing van de strijd in zuidelijke richting langs Zuid-Beveland waargenomen, waarna in de namiddag van 14 Mei Duitse patrouil les voor de stelling verschenen en te 18.00 artillerievuur werd ontvangen. Tenge volge van laakbaar optreden van twee compagniescommandanten en onoordeel kundige bevelvoering werd de terugtocht uit deze stelling aanvaard, vóórdat de Duitsers tot een ernstige aanval waren overgegaan. Deze rukten op 15 Mei op naar de Zanddijkstelling, waar men te 8.00 de eerste Duitse patrouilles waarnam. Het moreel van de troepen was door de reeds genoemde factoren sterk aangetast, terwijl het snelle loslaten van de Bathstelling daartoe nog een steentje bijdroeg. Hoewel de eerste zwakke Duitse afdelingen met vuur werden tot staan gebracht, de stelling door de inundaties goed beschermd was, zodat slechts de dijken op de vleugels de enige toegangswegen vormden, was het moreel niet bestand tegen het door de Duitsers uitgevoerde luchtbombardement, zodat panieken uitbraken, die leidden tot het terugvloeien van de troepen. Te ongeveer 14.00 waren alle Nederlandse troepen over het kanaal van Zuid- Beveland teruggetrokken, terwijl een groot deel wapens en uitrusting had achter- 133 0 Voor de vliegschool Haamstede: zie bij Schouwen-Duiveland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 153