aanwezig, daar zowel de Chef Staf-Afdeling Landmacht als de Chef Staf-Afdeling Zeemacht met hun toegevoegde officieren waren vertrokken. Hoe verliep de strijd aan de Sloedam? Generaal Deslaurens, op 16 Mei in de vooravond te Middelburg aangekomen, organiseerde de verdediging van de Sloedam met twee Franse bataljons, een Af deling artillerie, enkele restanten van uit Zuid-Beveland teruggekomen Franse troepen en een Nederlandse compagnie. Het moreel der Franse troepen was echter niet hoog, hetgeen niet te verwonderen is, aangezien zij zich, ver van hun vaderland, op een vreemd eiland in Nederland, als in een fuik gevangen en zich niet opgewassen voelden tegen de Duitse troepen, die bovendien uit de lucht werden ondersteund, terwijl de Franse en Engelse luchtstrijdkrachten elders waren gebonden en dus niet voldoende konden steunen. De Duitse aanval begon op 17 Mei te 3.00, doch mislukte door het vuur der Franse artillerie, die niet minder dan 3000 schoten afgaf. Na een langdurige artille riebeschieting en vliegtuigaanvallen op Arnemuiden, Middelburg en Vlissingen werd de aanval te 12.20 hernieuwd, waarna de Franse troepen in paniek uitweken. Generaal Deslaurens had in verband met de toestand in België reeds opdracht ontvangen, Walcheren in de nacht van 17 op 18 Mei te ontruimen, doch zag door de panische terugtocht van zijn troepen geen kans meer, dit regelmatig te doen verlopen en, terwijl schout bij nacht Platon te Vlissingen alles in het werk stelde om de vluchtende troepen met alle beschikbare scheepsruimte naar Zeeuwsch Vlaanderen te evacueren, kon generaal Deslaurens ten slotte niet anders meer doen, dan met tot staan gebrachte afdelingen de aftocht en de evacuatie te dekken. In de rand van Vlissingen sneuvelde hij te midden van een handvol troepen, nadat hij tevoren nog aan een officier van zijn staf naar het inschepingspunt had doen berichten, dat de schepen moesten afvaren en dat niet op hem moest worden ge wacht. De inscheping van Franse troepen, die reeds te 13.30 was begonnen, duurde tot 22.00, aanvankelijk met Nederlandse schepen, daarna met Franse mijnenvegers en jagers. Ook het marinedetachement van Hr.Ms. Wachtschip en een aantal zee- loodsen werd overgezet. Een Franse mijnenveger werd door vuur zodanig be schadigd, dat zij, in de haven van Breskens aangekomen, zonk. Schout bij nacht Platon slaagde er nog in, met de laatste Franse jager naar Zeeuwsch Vlaanderen te ontkomen. Gedurende de nacht bezetten de Duitsers Vlissingen. De Nederlandse troepen op Walcheren hadden, behalve een compagnie, niet aan de strijd deelgenomen. De artilleriecommandant (A.C.) van de C.Z. te Middelburg had nog tot 14.00 verbinding met Vlissingen en met de C.Z. en schout bij nacht Platon had door een der hem als verbindingsofficier toegevoegde Nederlandse marine-officieren aan de A.C. doen verzoeken om de medewerking van Nederlandse troepen aan de verdediging van Walcheren in een lijn ten westen van de Sloedam. De A.C. had daarop de commandant van het marinebataljon ontboden en tegelijkertijd nadere aanwijzingen aan generaal Deslaurens doen vragen. Deze, blijkbaar nog 135

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 155