onder de indruk van het afslaan van de eerste Duitse aanval, had geantwoord, dat de toestand uitstekend was en dat hij geen Nederlandse hulp behoefde. Middelburg werd bij herhaling gebombardeerd en er ontstonden uitgebreide branden. De commandant van het marinebataljon had inmiddels te Middelburg ver nomen, dat de C.Z. was vertrokken, terwijl de bespreking aldaar was onderbroken door een bombardement. Hij had het vertrek van de C.Z. medegedeeld aan de wd. C.-Peel Div. en door een misverstand was daarna aan een door deze geuit voor nemen ontijdig uitvoering gegeven en waren te 11.30 witte vlaggen op de torens van enkele kantonnementen uitgestoken, hetgeen op bevel van de wd. C.-Peel Div. weder ongedaan was gemaakt. Deze had te 14.00 opdracht gegeven, de door zijn troepen belegde kantonne menten in staat van verdediging te brengen. De A.C. had, vóórdat de verbinding met de C.Z. was verbroken, van deze nog toestemming gekregen, de kustbatterijen te vernielen, waaraan uitvoering is ge geven. Nadat de verbinding was verbroken, was hij op eigen beslissing aangewezen. Aanvankelijk wilde hij de wapens niet doen neerleggen, zolang zich nog strijdende Franse troepen ten O. van Middelburg bevonden. De zich uitbreidende branden waren echter voor de burgemeester van Middelburg aanleiding, bij de A.C. aan te dringen op het staken van de strijd. Deze telefoneerde daarop met schout bij nacht Platon, die omtrent capitulatie geen beslissing wilde nemen, doch deze aan de Nederlandse autoriteiten overliet. Daarop nam de A.C. het besluit tot capitulatie van de Nederlandse troepen op Walcheren, hetgeen hij aan de troepencommandanten deed mededelen, terwijl hij door een radiobericht (via het lichtschip Terschellinger Bank en Terschelling) daarvan kennis gaf aan het Duitse opperbevel in Nederland, met verzoek de bom bardementen te doen staken. Deze hielden te 18.30 op. Te 19.00 kwamen de eerste Duitse troepen langs Middelburg en de A.C. stelde zich met deze in verbinding. De troepen leverden nog op 17 Mei de wapens in en werden op 18 Mei en vol gende dagen naar Bergen op Zoom, Breda en 's Hertogenbosch afgevoerd, van waar zij einde Mei naar hun haardsteden konden terugkeren. De Nederlandse troepen op Noord-Beveland waren onkundig van hetgeen zich op Walcheren afspeelde. Zij legden op bevel van de A.C., die zich met een Duits officier in de morgen van 18 Mei daarheen begaf, de wapens neder. Tholen en Schouwen-Duiveland De Commandant van 1-38 R.I. op Tholen had sedert 10 Mei zijn troepen doen stelling nemen aan de Eendracht met een bruggenhoofd op de oostoever tegenover de stad Tholen. Op 11 en 12 Mei waren ongeveer 200 man van de Peel Div. aangekomen, die per schip naar Walcheren waren vervoerd. Op 13 Mei was de brug over de Eendracht opgeblazen, waarna verdere door tocht aan Peeltroepen was geweigerd. Op 15 Mei werd in de voormiddag het eerste contact met Duitse gemotoriseerde 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 156