troepen verkregen, die zich echter nog op een afstand hielden. In de namiddag
te 17.00 eiste een Duits parlementair, die zich bij het bruggenhoofd]e ten O. van
Tholen aandiende, in verband met de capitulatie van Nederland eveneens de over
gave van Tholen, onder bedreiging met beschieting door zware artillerie. Na over
leg met de C.Z. werd de eis afgeslagen en medegedeeld, dat na een kwartier het
vuur zou worden geopend.
Tussen 18.00 en 19.00 werd daarop door de Duitsers vuur afgegeven met lichte
en zware infanteriewapens op de stad Tholen, terwijl infanterie langs de weg
naderde. De aanval werd afgeslagen en de vijand trok, onder achterlating van een
twintigtal doden, tegen het invallen van de duisternis terug.
Inde nacht werd de oververmoeide bezetting van het bruggenhoofd, waarbij
twee doden en twee gewonden waren te betreuren, op de westoever van de Een
dracht teruggenomen.
Op 16 Mei te 10.00 eiste een Duits parlementair opnieuw overgave, hetgeen
wederom werd afgewezen onder mededeling, dat men niet meer wenste te onder
handelen. Te 12.00 opende Duitse artillerie het vuur en de Nederlandse B.C.
pleegde overleg met de C.Z., die van oordeel was, dat aan de eer was voldaan en
dat verdere verdediging van Tholen geen zin meer had, nu de Zanddijkstelling
op Zuid-Beveland was gevallen. Hij gaf daarom machtiging, het bataljon terug te
voeren naar Schouwen.
De B.C. gaf daarop bevelen voor de terugtocht en inscheping op drie plaatsen
nl. Gorishoek (zuidkust), Stavenisse (westpunt) en St. Annaland (noordkust), ter
wijl de trein moest worden achtergelaten. Tijdens het vertrek der troepen, dat te
14.00 aanving, viel artillerievuur op de stad Tholen.
De B.C. had intussen bemerkt, dat er niet genoeg schepen in Gorishoek waren
en had vrachtauto's gevorderd en wijziging gebracht in de inschepingshavens. Een
aantal chaulfeurs was echter ontijdig met hun auto's vertrokken, zodat een deel
van het bataljon moest marcheren.
Daar de Duitsers, waarvan de eerste afdeling te 16.00 de Eendracht had over
schreden, snel oprukten naar Stavenisse, viel een deel van het bataljon in Duitse
handen, zodat nog niet de helft op Duiveland aankwam.
Na de val van de Bathstelling in de avond van 14 Mei en het verschijnen van
Duitsers vóór de Eendracht op 15 Mei had de C.Z. aan de commandant van
Schouwen-Duiveland opgedragen, het zwaartepunt van de verdediging te ver
plaatsen van het vliegveld Haamstede naar de zuidoostkust van Duiveland.
Alvorens hierop in te gaan dienen wij te vermelden, wat zich tevoren op Schou
wen-Duiveland had afgespeeld.
Op 10 Mei was, zoals is medegedeeld, op het vliegpark Haamstede aangekomen
de IVe Verkenningsgroep van 2 Lv.R., die tactisch onder bevel stond van C.-III
L.K., doch op 12 Mei onder C.-Lvd. trad. Met deze Verk.Gr. kwamen twee
compagnieën bewakingstroepen mede. Het vliegpark was bij herhaling gebombar
deerd. IV Verk.Gr. had bij uitgevoerde opdrachten verliezen geleden, terwijl
materiële schade door de luchtbombardementen was toegebracht.
137