Op 12 Mei was een detachement van 111-20 R.A. (uit de Peel-Raamstelling), bestaande uit de Afd.C. en ongeveer 70 officieren en minderen, via St. Philipsland op Duiveland aangekomen. Op 13 Mei waren op een na alle vliegtuigen van de Verk.Gr. en van de Vlieg en waarnemersschool door een luchtbombardement buiten gevecht gesteld. Het enige onbeschadigde toestel werd naar Noordwijkerhout gezonden. C.-IV Verk. Gr., die onder bevel van de C.Z. was gesteld, werd door deze belast met het bevel over alle troepen op Schouwen en Duiveland. Op 14 Mei kwam een kapitein van de vaartuigendienst met 40 man, afkomstig van Beierland, op Duiveland aan. In de namiddag kwamen drie Franse jagers te Zijpe, die verkenningen hadden uitgevoerd en naar de Oosterschelde vertrokken om steun te verlenen bij de verdediging van Zuid-Beveland. Het moreel van de troepen was door de bombardementen, de geruchten, de capitulatie op 14 Mei, die volgde op berichten omtrent het vertrek van H.M. de Koningin en de Regering, niet hoog. Uit Walcheren was door de C.Z. een uit Peel- troepen samengestelde compagnie gezonden. Op 15 Mei waren op bevel van de C.Z. de vlieginstructeurs, leerlingen-vlieger en het technisch personeel, tezamen 9 officieren en 80 onderofficieren, korporaals en soldaten, te water naar Breskens vervoerd, vanwaar dit personeel per auto naar Frankrijk vertrok. C.-IV Verk.Gr., de aangewezen commandant van Schouwen en Duiveland, had, ter uitvoering van het eerder bedoelde bevel van de C.Z., op 15 Mei het gros van de beschikbare troepen doen stelling nemen aan Keeten, Mastgat en Zijpe, met het zwaartepunt aan het Zijpe, terwijl in het achterland motorpatrouilles en enige reserves aanwezig bleven. In de namiddag van 15 Mei was vastgesteld, dat zich vijand op St. Philipsland bevond. In de avond werd Hr.Ms. mijnenlegger Hydra, die naar het Zijpe was gezonden en daar de vijand verliezen had toegebracht, zwaar onder vuur genomen en dusdanig beschadigd, dat zij aan de grond moest worden gezet en door de be manning werd verlaten. Op 16 Mei opende de vijand vuur met zware infanteriewapens op Zijpe en Bruinisse, wat aanleiding werd tot paniek en het loslaten van de kust, hetgeen de C.-Schouwen-Duiveland echter ontdekte en liet herstellen. Nadat tussen 12.00 en 13.00 hevig vuren op Tholen was gehoord, kwam C.-I-38 R.I. enige uren later met een klein deel van zijn bataljon te Zierikzee aan, terwijl 's avonds een ander deel van het bataljon op de zuidkust (Vianen) aankwam. Toen 's avonds het vijandelijk vuur toenam, besloot de commandant (na overleg met de C.Z.) om na gelukte overgang het vertragend gevecht in enige lijnen te voeren. Het moreel van de troepen was echter zo laag, dat, toen de Duitsers op 17 Mei te 2.30 met behulp van stormboten en pontons de aanval inzetten, de troepen ter plaatse reeds naar een volgende lijn waren uitgeweken. Te 7.00 was geheel Schou- wen-Duiveland in Duitse handen en de Nederlandse troepen werden naar de Brabantse wal afgevoerd. 138

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 158